DE WESTGRENS met Guyana
Zo kreeg de goudzoeker Salomon Sanders in 1720 van de Surinaamse
Gouverneur Coetier opdracht om de Corantijn te exploiteren. S. H. Sanders
(1722). De rivier tussen de nummers 26, 29, 34 en 37 op de kaart is de
rivier die in 1871 door de Engelse geoloog Barrington Brown werd
herontdekt en toen New River werd genoemd.
Op de kaart is deze rivier als de voortzetting van de hoofdrivier
gezien en ook als zodanig door een grotere breedte aangegeven. Het betreft
hier dus terecht de ware Boven-Corantijn. Deze Sanders heeft zijn opdracht
uitgevoerd tot aan de oorsprong van de tegenwoordige Boven-Corantijn (in
Guyana genaamd New River) en heeft van de loop van de hele rivier een
redelijk goede kaart gemaakt. Doordat Sanders enige tijd na zijn terugkeer
een oplichter bleek te zijn, die in Paramaribo tot gevangenisstraf werd
veroordeeld, heeft men zijn kaart blijkbaar ook niet erg serieus opgevat.
In ieder geval is de kaart in vergetelheid geraakt om pas in onze 20ste
eeuw weer uit de archieven op te duiken. Indien deze kaart bekend was
gebleven had dit Suriname later vele problemen bespaard.
In het midden van de 18de eeuw genoot het Corantijngebied
belangstelling van de Moravische Broedergemeente voor de zending onder de
daar wonende indianen. Zij stichtte er posten als De Hoop en Ephraim, die
maar kort hebben bestaan. Later werd in dezelfde buurt, maar daartegenover
aan de westelijke oever van de Corantijn bij de `eerste Krijtberg' genaamd
Aurearis, Auleara of Oreala, vanwege het Surinaamse Gouvernement een
militaire post opgericht met een bezetting van 10 of 12 man onder een
sergeant.