|
| |
| SURINAME AFDELINGEN -
Geschiedenis - - POLITIE
terug
Geschiedenis Korps Poltie
De uniformen zouden in 1935 bestaan uit:
een jas van donkerblauw serge met een rij van zes platte knopen van wit metaal en staande kraag, gesloten met twee haken;
op de omslagen der mouwen twee kleine uniformknopen;
aan iedere buitenzijde van de borst een zak met klep, gesloten met een kleine uniformknoop;
aan iedere buitenzijde van het voorpand, een zak met klep;
op iedere schouder een schouderbedekking van dezelfde stof als de jas, aan de bovenzijde voorzien van een kleine uniformknoop en met haken op de schouder bevestigd; broek van donkerblauw serge;
een helmhoed voorzien van een W met een koninklijke kroon;
een pet voorzien van het Nederlandse wapen; een regenmantel;
een paar beenzwachtels van donkerblauw serge.
De agenten mochten ook een jas van khaki en een broek van dezelfde stof of serge dragen. Voor de ambtenaren van politie was de uniformkleding in grote lijnen gelijk aan die van de beambten, alleen fijner en deftiger. Naast de onderscheidingstekens droegen de agenten 18, 2e, 3e en 4e klasse ook een volgnummer van wit metaal op ieder der schouderbedekkingen.
De onderscheidingstekens voor de hogere rangen waren:
- drie sterren voor de hoofdinspecteur - twee sterren voor de inspecteurs
- een ster voor de adjunct-inspecteurs.
Als dagelijks tenue konden zij het uniform van khaki of van wit dril dragen, met een bijpassende pet. De kledingtoelage bedroeg 50 tot 100 gulden per jaar.
De verstrekking van kleding en/of kledinggeld werd nauwkeurig aangetekend in een kledingboekje.
De wapening werd voor alle politiefunctionarissen vastgesteld als een of meer van de volgende:
- revolver
- klewang of sabel
- wapen- of gummistok
- karabijn met bajonet.
De piauw-brigade.
Een bekende brigade bij de politie was vooral in de jaren twintig en dertig de piauw-brigade. Piauw was een vorm van loterij door de Chinezen naar Suriname gebracht en ook door anderen veel beoefend, omdat er toen nog geen andere loterij hier was. Door de Overheid werd evenwel het spel verboden, omdat het buiten haar controle viel.
"Elk lot telt 120 Chinese letters of cijfers. De speler maakt daarvan negen zwart, waarna hij het lot teruggeeft aan de agent (vertegenwoordiger) die hem het lot verkoopt. Deze stipt op zijn lijst de zwart gemaakte nummers, noteert op het lot dag en uur van trekking, waarna de gelukkige bezitter zijn lot terugkrijgt.
Men betaalt op een lot vijftig cent of veelvouden daarvan. Bij de trekking worden 120 papiertjes gemaakt, elk met een letter of cijfer, Deze papiertjes worden verdeeld over vier bussen.
Een vijfde bus met glazen deksel bevat drie dobbelsteentjes. De dobbelstenen worden geschud en telkens voor een bus geplaatst. De bus voor welke de dobbelstenen het hoogste aantal ogen aanwijzen, is de winnende bus. De letters of cijfers uit die bus worden voorgelezen en genoteerd.
Wanneer men het geluk heeft dat vijf letters overeenkomen met die welke men heeft zwart gemaakt, dan is men winnaar. Hoe meer letters overeenkomen met de zwart gemaakte, hoe groter de winst".
Vaak deed de politie invallen in huizen die ervan verdacht werden gelegenheid te geven tot het beoefenen van het piauwspel, maar in de meeste gevallen waren de mensen dan al gewaarschuwd en waren de vogels gevlogen.
Zelfs 'obia' werd soms aangewend om de politie op een afstand te houden.
Zo vertelt Mac Donald een interessant verhaal van een inval bij een zekere Paulina, die piauwloten liet verkopen door haar man Apau. Niemand hoefde bang te zijn voor de politie, verzekerde ze, want ze had 'obia' klaar gelegd. Inspecteur Mac Donald stoorde zich daar echter niet aan en besloot bij Paulina op bezoek te gaan en koos daarvoor negen uur in de avond. "Vergezeld van beambte H. ging ik op stap. Voor de poort van het bewuste erf gekomen werd even halt gehouden en kort de krijgsplannen uiteengezet voor 't geval wij met bijzondere wezens zouden moeten vechten. Wij waren beiden verlangend naar de strijd om wellicht op onze overwinning later te kunnen roemen.
Volgens Paulina zou een regiment van 'bakroes' mij te lijf gaan. De eerste stap was niet zonder huivering gedaan. Want waarachtig ... die Paulina had niet gejokt. Achter de poort had zij heel wat snuisterijen (als oude prasara-siesiebies en dies meer) gelegd en aan een ijzeren ketting verdere obiavoorwerpen gebonden. Bij het openstoten van de poort maakte deze ijzeren ketting een groot lawaai, hetgeen mij voor een moment deed omzien, wat of er achter mij plaats vond. De bakroes waren echter niet verschenen. Een man, die op de drempel van een kamertje op het erf zat, lichtte mij op mijn verzoek in, dat Paulina thuis was en het laatste kamertje bewoonde met Apau, doch dat deze laatste naar Kong-Ngie-Tong voor de piauwtrekking was.
Uiteraard was ik niet in uniform en had deze Engelsman niet in de gaten met wie hij te doen had, zodat hij mij nog toevoegde: 'Take care man, look out for the police, you better come in the morning that is the best time'. Ik verzekerde mijn engelse vriend dat ik met piauw gedroomd had en daarom niet mocht wachten tot de volgende dag. Hij gaf mij daarop ten antwoord: 'All right, come again at about eleven o'clock, then Apau is home'.
Ik ging het erf weer uit en nam op een stoep van een daartegenoverliggend huis plaats om te wachten op Apau. En die kwam ook, doch eerst omstreeks 1 uur in de nacht. Toen hij zijn poort wilde openstoten, hield ik hem staande, maakte hem mijn hoedanigheid bekend en haalde uit zijn zak een bundel met piauwtrekkingslijsten. Apau verzocht mij hem toe te staan eerst zijn vrouw te groeten voor ik hem wegbracht, waartegen ik niet het minste bezwaar had.
Ik was namelijk ook benieuwd te weten wat vrouw Paulina nu zou zeggen. Met Apau ging ik het erf op en werd op zijn kloppen de deur van zijn kamertje door zijn lief vrouwtje geopend. Wij stapten binnen en ... daar had je de bakroes - neen Paulina - aan het dansen. Zij had slechts een wit-katoenen hemd aan en haar blote armen slingerde zij om mijn hals om mij blijkbaar met een omhelzing te vereren, zou U denken. Neen, zo lief vond zij mij niet. Integendeel, haar bedoelingen ten opzichte van mij waren niet goed. Het was geen zuiver spul, zou de diender zeggen. Ik schudde vrouw Paulina daarom van mij af en na heel wat lieverlijkheden meer geleidde ik Apau naar het bureau.
Arme Apau, hij betaalde het gelag met zes maanden hechtenis met openbare tewerkstelling en ... Paulina. Ja, die vertelde nu aan alle vroegere kopers van Apau dat zij misrekend had, haar 'obia' was gebleken niet sterk of krachtig genoeg te zijn. Ik had een krachtigere 'obia' bij mij gehad, verkregen van een Paraman".
Een zekere vermaardheid als piauwcentrum had de Chinese vereniging Kong Ngie Tong, waar de politie vaker invallen deed. Zelfs werd in 1930 de vereniging van haar rechtspersoonlijkheid vervallen verklaard door de rechter, omdat zij gelegenheid gaf om op haar terrein piauw te spelen. Hoe belangrijk de rol van piauw was in die jaren blijkt ook uit de vele liedjes die erover gemaakt zijn.
"Welk spel haat hier de Overheid, 't is piauw.
Welk spel speelt toch het volk altijd, 't is piauw.
Op welk spel is men hier zeer verzot, maar geeft ook vaak hond in de pot: 't is piauw, 't is piauw, 't is piauw (bis) of: Piauw, piauw, piauw, je go mek' mi law (3x)
Mi tap en dja, a boro so. Piauw, piauw, piauw.
De belangstelling voor het piauwspel nam later af, vooral door het strenge optreden van de politie en ook door de instelling van een loterij (lotex), waar de mensen hun goklust konden botvieren. Ook het bestaan van een speciale piauwbrigade werd daarmee overbodig en kon die worden opgeheven.
|
|
naar boven
Ontwerp © Webteam Suriname - Afdeling Suriname - Zwartenhovenbrugstraat - Paramaribo - Last update:
|
|
|
| | |