|
| |
| SURINAME AFDELINGEN -
Geschiedenis - - Indianen, Inheemsen
terug
Indianen, Inheemsen
Oayana's
Ten oosten der Trio's wonen nu nog de Oayana's, een andere Caraibenstam wiens taal echter sterk afwijkt van die der Trio's en kust-Caraiben. Blijkbaar stonden zij gedurende zeer lange tijd niet met elkaar in contact en maakten taalkundig en cultureel een andere ontwikkeling door. De Oayana's kwamen pas tegen het midden der vorige eeuw vanuit het Amazonegebied ons land binnen.
Samen met "Tupi" sprekende stammen, de Oyampie's, die thans nog aan de Oyapoc in Frans Guyana wonen, verhuisden zij naar het noorden, mogelijk om bepaalde aktiviteitėn der Brazilianen te ontgaan.
De Oyana's zijn vooral bekend geworden om het "Malaké initiatie feest" meer bekend als de wespen en mierenproef, waarbij zowel jongens als meisjes een mat met 100 tot 380 wespen op rug en borst werd gelegd.
Natuurlijk is het bovenstaande slechts een zeer vereenvoudigde voorstelling van de gebeurtenissen en zijn er nog vele onopgeloste raadselen. Zo is er het vraagstuk van de rotstekeningen in de grote rivieren en op de zuidelijke Savannes die ook duidelijk op een zuid-noord migratie wijzen.
Zo zijn er de vondsten van veelvuldig gedecoreerd aardewerk op de Brownsberg en omgeving dat geen of weinig relatie vertoont met welk ander aardewerk uit ons land ook. De duizenden potscherven en de dikte van de bewoningslaag wijzen echter wel op een intensieve en lange bewoning van een beter ontwikkelde stam dan de tegenwoordig bekende tropenwoud culturen. Wij weten practisch niets van deze mensen, hoe lang geleden zij geleefd hebben, wie zij waren, Arowakken of Caraiben? Waren zij het die in de culturen van het kustgebied bepaalde veranderingen teweeg brachten?
Tenslotte is er nog een stam die de aandacht verdient en ook reeds meerdere malen in de loop der geschiedenis
van zich heeft doen spreken, maar altijd in een waas van geheimzinnigheid gehuld bleef. Zij zijn bekend geworden
als Taruma's en werden in Suriname vermoedelijk voor het eerst genoemd door de Mijndirekteur Sanders die hen
in 1720 aan de boven Corantijn ontmoet en rapporteert dat zij "van de Portugezen zijn weggelopen". Helaas wordt
in het rapport de naam Taruma niet genoemd.
Inderdaad zijn er rapporten dat door de Portugezen in de buurt van het
tegenwoordige Manaos werd gevochten tegen een machtige Arowakkenstam van die naam.
In 1803 werd door Caraibische stammen langs de boven Essequibo de hulp der kolonisten ingeroepen tegen plotseling opduikende zeer aggressieve stammen, waarvan men thans aanneemt dat het Taruma's geweest kunnen zijn. Zij worden later meerdere malen beschreven door reizigers in het uiterste zuiden van het toenmalige Brits Guyana. Tijdens de eerste grensexpedities in 1907 wordt aan de Goeie en Kayser, door de Trio's, kortweg verboden om zich naar de "gevreesde Saluma's (= Taruma's) te begeven .
Blijkbaar zijn deze Taruma's nu eens Arowakken geweest die wel agressief konden optreden. Tenslotte zijn zij in een overwegend Caraibische omgeving toch ten onder gegaan. Het is mogelijk dat deze Taruma's "zonaanbidders" waren Op hoge rotsplateaus in de Sipaliwini Savanne zijn grote hoeveelheden potscherven en met opzet gebroken stenen bijlen gevonden. Al deze rotsplateaus zien op het oosten uit naar de opgaande zon. Oostelijk van tenminste twee van deze rotsplateaus bevindt zich op enige afstand in de laagte, een rotsplaat of vloer waarop steenrijen liggen in een zuivere oostveest richting.
Bij sommige stammen komt het geloof voor dat de ziel van een overledene tijdelijk in een steen gaat huizen. De gehele situatie zou er op kunnen wijzen dat men op de rotsplateaus de doden in urnen heett bijgezet met zijn aardse bezittingen en een goed uitzicht op de weg die hij moest afleggen naar zijn voorvaderlijke bestemming.
Uit hun aardewerk blijkt dat zij behalve vechters ook goede en kunstzinnige pottenbakkers waren. Bovendien worden zij door de andere stammen geroemd als de leveranciers van jachthonden en van cassaveraspen. De sporen van hun verblijf vindt men alom op de Sipaliwini Savanne en langs de Corantijn tot op het Coeroeni eiland. Waarschijnlijk hielden zij op een stam te vormen omstreeks 1930-40. Lodewijk Smidt hoort in 1942 van de Trio's nog verhalen van overvallen op een Tarumadorp en ziet ook de bij die gelegenheid buitgemaakte vrouwen.
|
naar boven
Ontwerp © Webteam Suriname - Afdeling Suriname - Zwartenhovenbrugstraat - Paramaribo - Last update:
|
|
|
| | |