suriname Naar Voorpagina

  


   
DE GOSLAR
 suriname  De Goslar
 suriname  De internering
 suriname  De ontsnapping

ONDERWERPEN
Geschiedenis
 suriname  Immigratie Algemeen
 suriname  Javaanse immigratie
 suriname  Donko's tot Guides
 suriname  Brieven v. Wetten
 suriname  Suriname bevolkt
 suriname  Slavernij
 suriname  De 20 ste eeuw
 suriname  Indianen (oorspr.)
 suriname  Paramaribo
 suriname  Albina
 suriname  Mariënburg
 suriname  Oude kaarten
 suriname  Archieven-wijzer
 suriname  Post en postzegels
 suriname  Batavia
 suriname  Goslar
 suriname  Goud-zaken
 suriname  Geld-zaken
 suriname  Het Park
 suriname  Korps Politie
 suriname  Treinen
 suriname  Forten
 suriname  Westgrens
 suriname  Samenvattingen
     ( Engels )


AFDELINGEN
  suriname Algemeen
 suriname De Douane
  suriname Telefoonboek
  suriname Bevolking
  suriname Distrikten
  suriname Reis info
  suriname Cultureel erfgoed
  suriname Geschiedenis
  suriname Foto's
  suriname Natuur
  suriname Personen
  suriname Koken / recepten
  suriname Vragen over NIBA
  suriname Wat is ANDA

     
 SURINAME  surinameAFDELINGEN - suriname Geschiedenis - - DE GOSLAR

 suriname . NU terug
 



  DE GOSLAR



De ontsnapping.

Ze werkten samen in de tuin en op het erf en sliepen in dezelfde kamer, twee man van de Goslar, de stuurman Boyksen en de machinist Scharfenberg en 'der Dritte im Bunde', Schubert, reeds lang in Suriname wonend en laatstelijk beheerder van de Kerstenboerderij te Beekhuizen. Op een morgen tegen het einde van augustus 1941 wordt als gebruikelijk appèl gehouden op de kamer van Schubert, waar op drie bedden de klamboe nog is neergelaten. De andere kamerbewoners zeggen dat de drie nog slapen en het appèl is voorbij. Zo ging het bijna een week lang, voordat de nodige argwaan gewekt was en de feiten aan het licht kwamen.

De feiten: Boyksen, Scharfenberg en Schubert waren erin geslaagd tijdens het tuinwerk een houten afsluiting in een loostrens onder het prikkeldraad te verwijderen en na het invallen van de duisternis daarlangs te ontkomen. Zij liepen langs de spoorbaan en de Meursweg tot aan Onoribo, waar zij vóór het aanbreken van de dag reeds een korjaal hadden bemachtigd op weg naar de Boven-Suriname. Zij volgden het Cordonpad naar het oosten, kruisten de Commewijne en de waterscheiding met de Araguaya- of Pakirakreek en bereikten daarlangs op zondag 7 september 1941 in de middag de Marowijnerivier. Na een tocht van naar schatting acht dagen en ruim 150 km, waarbij zij een goed gebruik hadden weten te maken van een kompas en een kaart, welke was samengesteld door hun medegevangene de Duitse bosopzichter Rogalli, die in die streken niet alleen goed bekend maar ook een kundig cartograaf was, lag het voor hen vrije Frans Guyana, dat immers sedert juni 1940 tot het pro-duitse Vichy-Frankrijk behoorde, vlak voor hen. We kunnen nu rustig zeggen dat deze tocht dwars door het bos en vrijwel zonder middelen een geweldige prestatie was, welke ook nu nog respect afdwingt.

Eigenlijk zou de vrijheid hun loon hebben moeten zijn, maar zo is het niet gegaan. Een vermoedelijk militair verslag vertelt hoe het wel is gegaan.

 De Marron Soea, die in de omgeving van de Pakirakreek woont, bevond zich op Zondag 7 September 1941, ongeveer 6 uur n.m. met zijn boot in genoemde kreek, niet ver verwijderd van de Marowijnerivier. Na enkele minuten varen, zag hij iemand zitten op een der uitstekende zandbanken in de kreek. Zodra deze persoon hem opmerkte, stapte hij het water in en zwom naar hem toe. Soea hield zijn boot stil en toen de zwemmer hem genaderd was, deed deze Soea het verzoek, hem en nog twee andere Amerikanen tegen betaling naar de Franse oever te brengen. Op Soea's vraag waar de andere Amerikanen waren, zei de zwemmer, dat deze in het Bosch waren gebleven. Aangezien Soea op de hoogte was van de ontvluchting van drie Duitschers, ging er bij hem een licht op. Hij zei de zwemmer (deze bleek later Schubert te zijn), dat hij terug moest gaan naar de plek waar de twee Amerikanen zich bevonden en dat zij met zijn drieën aan den bosrand, ter hoogte van de plaats waar het gesprek gevoerd werd, op hem moesten wachten, totdat hij terug zou zijn met een grotere boot. Verder deed Soea, door tussenkomst van een anderen Marron, die voorbijvoer, de in de buurt zijnde bewoners (ook Marron) het voorgevallene mededeelden terwijl hij (Soea) bij de Pakiramonding bleef wachten. Na enige tijd kwamen er twee boten met Marrons die zich aansloten. Allen hadden geweren bij zich. In de ene boot zaten: Abendai, Daljon, Abiten, Asomoege, Djankoso, Joseph en Abagai, terwijl in de andere boot Leni zich bevond. Soea sprak met zijn helpers af, dat hij eerst naar de voortvluchtigen zou toegaan, terwijl de anderen hem op een afstand moesten volgen, omdat hij niet de zekerheid had, dat de Duitschers ongewapend waren. Bleek dit wel het geval te zijn, dan zou hij den anderen een wenk geven, waarop zij zouden moeten toesnellen om hulp te verlenen. Zoals afgesproken, ging Soea naar de plek waar hij de drie 'Amerikanen' zou ontmoeten. Zij waren allen aanwezig. De ene (Schubert) vroeg hem waar de grotere boot gebleven was. Soea zei, dat de grotere boot straks zou komen, maar dat zij voorlopig in zijn boot konden plaats nemen. De drie lui stapten in met hun bagage (zij droegen elk een zak met levensmiddelen op den rug) en naar het midden van de kreek roeiende deed Soea de boot tot ongeveer de helft water scheppen. Soea riep toen om hulp, waarop ook inderdaad `hulp' verscheen. De twee boten met Marrons die op korte afstand waren blijven wachten (het was donker en ze konden niet worden opgemerkt), snelden toe en de vluchtelingen waren gevangen. Het water werd uit de boot van Soea gehaald en de bagage van de vluchtelingen gedeponeerd in de boot van Leni. Toen Schubert zag dat zij gevangen waren, haalde hij zijn portefeuille te voorschijn en stortte den inhoud in de boot van Soea, met verzoek hem en de anderen nog over te zetten. Soea deed de ontvluchtten in de voorste helft van de boot waarin de zeven gewapende Marrons zaten, plaats nemen. De boot waarin de Duitschers zaten, werd dus geflankeerd door de twee kleinere boten. Op deze wijze werden zij naar Herminadorp geleid.'

Achteraf beschouwd werd de vlucht pas ontdekt toen de mannen al in de buurt van de Marowijne gedwaald moeten hebben. Vandaar de haastige spoed waarmede soldaat Haakmat, inmiddels in Albina gelegerd, vanuit Albina op patrouille werd gezonden naar de posten en dorpen van de Granmans teneinde de opdracht tot aanhouding der drie 'aloema's' over te brengen.

Een tweede ontsnappingspoging in 1942 uitgevoerd door Schubert en vijf Goslar-bemanningsleden, Boyksen, Scharfenberg, Malinsky, Iwansky en Klug, ditmaal door het graven van een tunnel vanonder het hoofdgebouw naar het buiten het prikkeldraad gelegen begroeide kerkhof, eindigde na enkele uren in het nabijgelegen bos. Voor Schubert, die als de motor van deze uitbraakpogingen werd gezien, werd binnen het kamp een aparte barak gebouwd. Hij herinnert zich dat alles zo haastig toeging dat het gebruikelijke flesje Sulzberger-antikoortsmiddel werd vergeten met een prompte malaria-aanval tot gevolg. De vluchtelingen verhuisden weer naar de Kopiweg, waar het kamp toen werd uitgerust met een dubbele prikkeldraadomheining, wachttorens en lichten. De mannen werden op water en brood gezet.

Zelfs de Surinaamse vrouw van medegevangene Scholze die haar man een taart toezond met de boodschap 'helaas gevat', doelend op de afloop van de vluchtpoging, werd enige tijd opgesloten.

De oorlog ging voorbij, de geïnterneerden gingen naar huis, maar de Goslar bleef. Pogingen rond de vijftiger jaren om het schip te lichten faalden, waarna het in tweeën brak. Tenslotte werd rond 1965 via de afgezanten van Salzgitter in Duitsland de mogelijkheid geopperd het wrak te verwijderen doch men stelde dat het schip sedert 9 oktober 1940 eigendom van het Koninkrijk der Nederlanden was. (GAB 1 1 /10/1940 no. 86.)

Thans is het bruinroestige wrak, in de volksmond beter bekend als Van Beekeiland, een vast baken in de haven van Paramaribo.





suriname . NU  naar boven



Ontwerp © Webteam Suriname - Afdeling Suriname - Zwartenhovenbrugstraat - Paramaribo -
Last update: