SURINAME IN DE 20 ste EEUW
DE ECONOMISCHE ONTWIKKELING
Maar het uitbreken van de oorlog bracht een grote opleving op economisch gebied. Na de oorlog kreeg de surinaamse economie sterke impulsen van het Welvaartsfonds, van het 10 jarenplan, van de 5 jarenplannen en na de onafhankelijkheid van het MOP, het Meerjaren Ontwikkelings Programma. In het kader van deze plannen zijn een aantal belangrijke werken uitgevoerd, waarvan wij kunnen noemen de luchtkartering, de volkswoningbouw, de aanleg van de Oostwestverbinding, de aanleg van rijstpolders, de aanleg van de weg naar West-Suriname en andere infrastructurele werken in dat gebied.
In het eerste decennium ' van deze eeuw werden grote aanplantingen aangelegd van bacove. Door het uitbreken van de Panamaziekte werd de cultuur echter een grote mislukking. Omstreeks 1960 werd de cultuur hervat, nu met andere variëteiten die niet vatbaar zijn voor de panamaziekte. Momenteel wordt bacove verbouwd in de Julianapolder in Nickerie en te Jarikaba. Elke maand komen nu enkele schepen naar Suriname om onze bacove te exporteren naar Europa. Bacove verschaft nu werk aan vele vaste full-time en veel. part-time arbeiders en zij is voor Suriname nu een belangrijke deviezenverdiener.
De cultuur van oliepalm en de productie van palmolie hebben na een veelbelovend begin verder een teleurstellend verloop gehad.
De aanvankelijke successen te Victoria stimuleerden de aanleg van het veel grotere project te Patamacca, waar een areaal van 5000 ha zou worden ingeplant
De eerste oogsten van Victoria waren veelbelovend en de fabriek begon met de productie van palmolie. Maar toen deed de speer-rot-ziekte haar intrede in de oliepalm en in snel tempo werd de aanplant vernietigd. En wat de ziekte niet deed, dat deed de binnenlandse oorlog die in 1986 begon.
Victoria betekent niet veel meer, maar er zijn plannen om de aanplant van Patamacca waar de speer-rot nog niet is geconstateerd te herstellen en het Patamacca-project alsnog uit te voeren .
Een lichtpunt in de economische ontwikkeling van Suriname is de exploitatie van aardolie door de in 1980 opgerichte Staatsolie. Heel klein begonnen onder inspirerende leiding is de productie geleidelijk aan opgevoerd tot meer dan 10.000 barrels per dag, waarvan een deel geleverd wordt aan de Suaralco als stookolie, een deel wordt verwerkt in de eigen raffinaderij en een deel wordt geëxporteerd.
Inmiddels is de Staatsolie met een consortium van buitenlandse ondernemingen ook een overeenkomst aangegaan voor de exploratie en exploitatie van de olievoorkomens voor de kust.
Als de voortekenen niet bedriegen zal Suriname binnen afzienbare tijd kunnen gaan behoren tot de olieproducerende en exporterende landen van de wereld.
De aansluiting van Suriname bij Caricom betekende een uitdaging voor onze producenten, die nu de concurrentie moeten aangaan met de andere landen in het Caribisch gebied, waar over het algemeen de productiekosten door de lagere lonen lager liggen dan in Suriname.
Als wij aan het eind van de eeuw de balans opmaken dan kunnen we constateren dat de productie van cacao, suiker en koffie van geen betekenis meer zijn voor Suriname, evenmin als balata.
Maar bacove, rijst, bauxiet, goud en aardolie zouden in de nieuwe eeuw die voor ons ligt wel eens de kurk kunnen worden of blijven, waar onze economie op rust.
|