|
| |
| SURINAME AFDELINGEN -
Geschiedenis - - 20 ste EEUW
terug
SURINAME IN DE 20 ste EEUW
DE ECONOMISCHE ONTWIKKELING
Toen deze eeuw begon was Suriname nog een echte plantagekolonie. Er waren toen nog tientallen plantages aan de Commewijnerivier, aan de Sunnamerivier, aan de Saramaccarivier en in Nickerie. Deze plantages leverden suiker koffie en cacao.
De arbeiders op de plantages waren o.m. nakomelingen van de slaven, maar in toenemende mate werd gebruik gemaakt van de arbeid van contractarbeiders die uit Brits-Indie en Java werden aangevoerd.
Er is in dit opzicht veel veranderd. Vrijwel alle plantages zijn verdwenen. De immigratie van contractarbeiders is al lang stopgezet en wij moeten nu suiker, koffie en cacao importeren.
Suiker had vooral te kampen met de concurrentie van bietsuiker van Europa en de goedkope suiker uit Azie. Koffie bezweek onder de lage prijzen uit de jaren dertig, toen de produktiekosten hoger lagen dan de wereldmarktprijs. Cacao bezweek onder de gevolgen van de krullotenziekte van het eind van de vorige eeuw en de instervingsziekte
van de jaren '20.
De laatste en grootste suikerplantage ging enkele jaren geleden dicht en momenteel is er eigenlijk nog maar een plantage die op de oude voet gerund wordt. Dat wil zeggen we hebben daar nog een vruchtdragende cacao- en koffieaanplant, de oude fabrieksgebouwen staan er nog en zelfs de kampong is er nog in vrijwel authentieke staat.
Andere plantages hebben het roer omgegooid en zich toegelegd op andere gewassen of op andere cultuurmethoden, zoals Alliance waar nu citrus en bananen worden verbouwd en Katwijk waar naast koffie vooral voedingsmiddelen worden geteeld.
Rijst is nu het belangrijkste produkt geworden van de landbouw. Begonnen met de komst van immigranten uit Azië werd deze cultuur oorspronkelijk beoefend als kleine landbouw, op kleine percelen, met handenarbeid, in de eerste plaats voor de eigen voedselvoorziening.
In de late jaren '20 werd Suriname een rijstexporterend land. Na de tweede Wereldoorlog werd de handenarbeid in de rijstbouw al snel vervangen door machinale arbeid en werden er rijstrassen gekweekt die een veel betere en grotere opbrengst leveren. De aanleg van grote polders in Nickerie en later ook in Saramacca en Coronie betekenden een krachtige stimulans voor uitbreiding van de productie die dan ook met sprongen omhoog ging.
Vooral Wageningen werd een model-landbouwbedrijf die een belangrijke uitstraling heeft gehad naar de rest van Suriname en die zelf een van de grootste nederzettingen werd in Suriname.
Het deviezenprobleem en de daling van prijzen op de internationale markt hebben echter ook voor de rijstcultuur nadelige gevolgen gehad. Niettemin kan Suriname de eeuw afsluiten in de overtuiging dat de voedselproductie voor de komende jaren is veilig gesteld.
Bij het begin van de eeuw was ook de goudwinning voor Suriname een belangrijk middel van bestaan voor duizenden en een belangrijke bron van inkomsten voor het land. Na het eerste decennium begon echter de goudproductie terug te lopen en tegen 1930 was de productie teruggelopen tot amper 100 kg per jaar. De goudwinning bleef daarna een beetje doorsudderen met korte oplevingen zo nu en dan, maar de betekenis die zij voor Suriname had bleef in de decennia daarna uit. Totdat in de jaren '80 een duidelijke herleving kwam. De goudindustrie is momenteel voor Suriname weer heel belangrijk aan het worden en vele duizenden (sommigen praten van tienduizenden) trekken weer naar de binnenlanden om goud te zoeken. En bij al die goudzoekers zijn er nu ook veel buitenlanders, vooral Brazilianen.
De balatawinning verschafte bij het begin van deze eeuw werk aan vele duizenden, die jaarlijks de bossen introkken op zoek naar de bolletriebomen om balata te 'bleeden'.
Vooral Nickerie heeft geprofiteerd van de 'balataboom' van die jaren en nog zijn er gebouwen aan te wijzen in Nw-Nickerie die zijn gebouwd met de opbrengsten van balata. Toen echter de vraag naar balata in de wereld afnam liep ook de productie van balata terug en na het tweede decennium was balata lang niet meer de grote werkverschaffer voor duizenden, die het rond de eeuwwisseling was geweest.
De houtkap is altijd al belangrijk geweest voor Suriname. De houtkap en de verwerking waren aanvankelijk echter, primitief met voornamelijk handenarbeid.
Bij het begin van de eeuw waren er echter al een aantal stoomhoutzaagmolens in ons land. Een belangrijke ontwikkeling was de vestiging van Bruynzeel in ons land in 1947, met de fabricage van triplex, later ook van spaanplaten en van prefab-woningen, die ook geëxporteerd werden en worden naar het Caribisch gebied.
Diverse bosontsluitingswegen zijn aangelegd om de houtkap te vergemakkelijken en zo heeft ook de houtwinning bijgedragen tot de ontsluiting van het land.
De belangrijkste ontwikkeling op economisch gebied is voor ons land in deze eeuw zonder twijfel de ontginning van bauxiet in ons land.
In 1916 vestigde de Surinaamse Bauxiet Maatschappij. Mij zich hier en zij begon de exploitatie van bauxiet te Moengo aan de Cottica, vanwaar de eerste export plaats vond in 1922.
Kort voor en na het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog werden ook de bauxietreserves bij Paranam en Billiton tot ontginning gebracht.
Door de bouw van een stuwdam bij Afobaka in de Surinamerivier voor de opwekking van energie kon de Suralco te Paranam een aluinaardefabriek bouwen, alsook een aluminiumsmelter, die in 1965 in gebruik werden gesteld.
Ook de bauxiet en aluminiumindustrie heeft haar ups en downs gekend, maar als geheel kunnen we zeggen, dat zij van onschatbare betekenis is geweest voor de ontwikkeling van Suriname , voor de werkvoorziening en voor de lands- en deviezeninkomsten.
Moengo is inmiddels uitgemijnd en de Suralco heeft zich voor een groot deel teruggetrokken uit het dorp. De activiteiten in dat gebied zijn verplaatst naar de Coermotibomijn, vanwaar het erts nu vervoerd wordt naar Paranam, voor verwerking in de aluinaardefabriek. De aluminiumfabriek is inmiddels gesloten.
De bauxietreserves in de omgeving van Paranam raken steeds meer uitgeput en de maatschappij moet steeds dieper graven om aan het kostbare erts te komen.
Het is te hopen dat de studies die momenteel gemaakt worden van de exploiteerbaarheid van de bauxietreserves in het Bakhuisgebied positieve resultaten opleveren, zodat de exploitatie van bauxiet voor langere tijd zal zijn gegarandeerd.
De jaren '30 waren onder invloed van de economische wereldcrisis ook voor Suriname moeilijke jaren, vooral omdat ook veel surinamers in die, jaren terugkeerden van Curaçao, waar ze werkloos waren geworden.
|
naar boven
Ontwerp © Webteam Suriname - Afdeling Suriname - Zwartenhovenbrugstraat - Paramaribo - Last update:
|
|
|
| | |