|
| |
| SURINAME AFDELINGEN -
Geschiedenis - - 20 ste EEUW
terug
SURINAME IN DE 20 ste EEUW
ONDERWIJS
Ook op het gebied van het onderwijs hebben zich in de 20 ste eeuw grote veranderingen voltrokken in Suriname.
Toen de 20 ste eeuw begon waren de onderwijsmogelijkheden in Suriname zeer beperkt. Er was in heel Suriname maar een U.L.O.- school, n.l. de Gecombineerde School voor U.L.O. , die later als Hendrikschool de eerste MULO-school van Suriname werd.
In Paramaribo waren er verder een 20-tal lagere scholen, enkele bewaarscholen en een particuliere ambachtsschool. Een practische vakopleiding kon men krijgen bij een baas (timmerman, schoenmaker, kleermaker, etc) of in een der werkplaatsen van de CHM (ijsfabriek) of van de Koloniale Vaartuigen.
En dan hadden we ook nog de Geneeskundige School, de surnumerairsopleidng en de normaalschool voor opleiding van onderwijzers. Dat was alles.
In de distrikten waren er een aantal openbare lagere scholen en enkele koeliescholen,waar aan kinderen van immigranten les werd gegeven in hun eigen taal.
Verder hadden de Hernhutters en de Rooms-Katholieken een aantal scholen. Dat was daar alles.
We hadden wel al een Departement van Onderwijs , waar in 1900 onder de Inspecteur voor het Onderwijs (toen Dr. H. D. Benjamins) maar een handjevol personen werkte. En we hadden leerplicht voor alle kinderen tussen zeven en twaalfjaar.
Maar ook op het gebied van onderwijs zijn we heel erg vooruit gegaan
Reeds in de eerste drie' decennia van dd eeuw kregen we vier MULO-scholen ( de Hendrikschool, Paulusschool, Louiseschool en Graaf van Zinzendorfschool) en vier ULO scholen (Van Sypesteynschool, Selectaschool, Willibrordusschool en Margarethaschool).
Het aantal lagere scholen,ook in de distrikten, werd aanmerkelijk uitgebreid en in 1940 waren er al 23 lagere scholen in Paramaribo, 14 G.L.O.scholen en 72 B.L.O. scholen in de distrikten. De EBG en de RK hadden bovendien nog een aantal Boslandscholen.
Wat de rangenindeling van de onderwijzers betreft: de oude indeling in 4e rang, 3e rang, 2e rang en 1e rang werd in 1932 vervangen door hulpakte, onderwijzersakte en hoofdakte.
Maar bijna alle lagere scholen in de distrikten werden in de jaren '30 verlaagd tot BLOscholen, scholen voor beperkt lager onderwijs. Onderwijzers op die scholen kregen een lager salaris dan de onderwijzers van de GLO-scholen en de klassen waren groter. Het was gewoon een kwestie van bezuiniging. Dat het peil van het onderwijs daarmee achteruit ging is duidelijk.
Gelukkig heeft die situatie niet lang geduurd en vooral na de Tweede Wereldoorlog zijn er grote veranderingen /verbeteringen gekomen in het onderwijs.
Bij de onderwijzers heerste er veel ongenoegen over de bestaande situatie en in 1945 werd er onder leiding van de voorzitter van het Surinaams Onderwijzers Genootschap (SOG) Johan Ferrier in Paramaribo een onderwijzerscongres belegd, waar alle grieven werden besproken. Ook het Gouvernement zag in dat de zaken zo niet door konden gaan en men liet een deskundige halen om te adviseren over reorganisatie van het onderwijs. Zijn rapport - het Rapport 'd Haens werd de basis van de onderwijsreorganisatie die in 1948 werd doorgevoerd.
Enkele veranderingen waren : in plaats van een 8-klassige Muloschool kwam er een 4-klassige; in plaats van een 8-klassige ULO-school kwam er een twee-klassige; de BLOschool werd afgeschaft; de lagere scholen werden verdeeld in GLO-A, GLO-B en distrikts-GLO.
Ook kregen de onderwijzers in dat jaar een forse salarisverhoging, die het beroep van onderwijzer ook in financieel opzicht weer aantrekkelijk maakte voor velen.
Heel belangrijk in de jaren na de oorlog waren de oprichting in 1948 van de Surinaamse Rechtsschool, de oprichting in 1949 van de Surinaamse Kweekschool en de oprichting in 1950 van de Algemene Middelbare School, de AMS. Terloops kan hierbij worden aangetekend dat er in de oorlogsjaren een middelbare school heeft bestaan in Paramaribo,
voor studenten die voor verdergaand onderwijs niet naar Curaçao konden gaan (Nederland was toen bezet door Duitsland). Deze school werd na de oorlog weer opgeheven.
Het onderwijs bleef zich in de jaren daarna uitbreiden, zowel in de breedte als in de diepte. Het aantal scholen werd sterk uitgebreid en er kwamen ook MULO-scholen in de distrikten, de eerste in Moengo en Nickerie.
Maar ook Paramaribo kreeg er veel nieuwe MULO-scholen bij (Calorschool, Poolschool, Frowijnschool, Paschalisschool, Wulfinghschool,etc. ). Deze ontwikkeling zette zich ook in de decennia daarna voort en bij de afsluiting van deze eeuw zijn er in Suriname bijna 500 scholen, waarvan ongeveer honderd voor verdergaand onderwijs.
Belangrijk in deze ontwikkeling is ook geweest dat er een algemeen leerplan gemaakt werd voor het lager onderwijs in Suriname en dat er ook diverse boeken geschreven werden voor gebruik op de surinaamse scholen, waardoor men niet meer afhankelijk was van de toelevering van buiten, waarbij de boeken ook vaak leerstof bevatten die voor het surinaamse kind volkomen levensvreemd was. Ook op het gebied van de leerkrachtenvoorzieningwas de surinamisering van het onderwijs merkbaar. Toen na de oorlog middelbare en kweekscholen werden opgericht moesten de meeste leerkrachten uit het buitenland worden aangetrokken, maar geleidelijk aan studeerden meer surinamers af en konden zij de posten bezetten.
In Paramaribo werd in de loop der jaren ook het aantal middelbare en kweekscholen voortdurend uitgebreid, terwijl in recente tijd ook in de distrikten Nickerie en Wanica de eerste middelbare scholen werden geopend. Momenteel zijn er in Paramaribo vijf scholen voor VWO, twee scholen voor HAVO, drie pedagogische instituten voor opleiding tot kleuterleidster en/of onderwijzer, een Instituut voor de Opleiding van Leraren (opgericht in 1966 als Didactisch Instituut ) en een Instituut voor middelbaar economisch en administratief onderwijs (IMEAO) als opvolger van de in 1962 opgerichte Middelbare Handelsschool . . . .
Op de Scholengemeenschap in Nw Nickerie kan men een opleiding volgen voor VWO, HAVO of tot onderwijzer. Sinds kort bestaan er in Nickerie ook opleidingen voor L.O. akten.
Suriname kreeg in 1968 ook een Universiteit. De bestaande Rechtschool en Geneeskundige School werden geincorporeerd in de Universiteit als Juridische en Medische Faculteit.
De Universiteit - in de jaren '80 inmiddels vernoemd naar Anton de Kom - breidde zich gestadig uit en telt momenteel drie faculteiten, t.w.de Medische Faculteit ( met het Medisch Wetenschappelijk Instituut ), de Natuurtechnische Faculteit en de Faculteit der Maatschappijwetenschappen.
Vermeldenswaard is dat een staking die in 1969 begon onder de leraren van het Middelbaar en Kweekschoolonderwijs in dat jaar heeft geleid tot de val van het Kabinet Pengel en dat ook in latere jaren de leerkrachten van het middelbaar en het lager onderwijs vaak hun misnoegen over de gang van zaken bij het onderwijs of over te lage financiele waardering hebben geuit middels stakingen of door 'in beraad" te gaan.
|
naar boven
Ontwerp © Webteam Suriname - Afdeling Suriname - Zwartenhovenbrugstraat - Paramaribo - Last update:
|
|
|
| | |