|
| |
| SURINAME AFDELINGEN -
Geschiedenis - - 20 ste EEUW
terug
SURINAME IN DE 20 ste EEUW
POLITIEKE ONTWIKKELINGEN.
Toen de 20 ste eeuw begon, was Suriname nog een kolonie van Nederland. We hadden weliswaar een volksvertegenwoordiging - de Koloniale Staten - , maar die vertegenwoordigde slechts een beperkt deel van het volk (alleen mannen van 25 jaar en ouder, die belasting betaalden mochten stemmen), terwijl de invloed van dit college slechts zeer beperkt was. De gouverneur van Suriname had als vertegenwoordiger van de Kroon de uiteindelijke beslissing in alle zaken.
Zelfs onze begrotingen moesten door en in Nederland worden vastgesteld.
Geleidelijk aan is hier verandering in gekomen. In 1922 werd het woord "kolonie" geschrapt uit de Nederlandse Grondwet en Suriname werd toen een gebiedsdeel van het Koninkrijk der Nederlanden. Maar intern veranderde er aanvankelijk niet veel. Ook niet toen in 1937 de naam van de Koloniale Staten, werd veranderd in Staten van Suriname.
Tijdens en na de Tweede Wereldoorlog (1939-1945) voltrokken zich echter grote veranderingen in ons land. De economische opleving als gevolg van de toegenomen bauxiet-export (behalve Moengo waren ook Paranam en Billiton erbij gekomen als bauxietvindplaatsen) had tot gevolg dat Suriname in 1942 een sluitende begroting kreeg en een sluitende jaarrekening over 1941. Het gevoel van economisch op eigen benen te kunnen staan versterkte het verlangen naar meer politieke zeggenschap in het bestuur van het land. Op 30 november 1942 verwoordde Bos Verschuur deze gedachte in de Staten met de uitdrukking van "Baas in eigen Huis". En een week later hield Koningin Wilhelmina in Londen haar beroemde redevoering van 7 december 1942, waarbij zij aan Ned. Oost-Indië, Suriname en Curaçao autonomie in het vooruitzicht stelde na de oorlog.
Ronde Tafel Conferenties (R.T.C.'s) moesten na de oorlog leiden tot een nieuwe structuur voor het Koninkrijk der Nederlanden en vooruitlopend daarop kreeg Suriname in 1948 een nieuwe Staatsregeling, die zeggenschap in eigen aangelegenheden vergrootte. Er werd algemeen kiesrecht ingevoerd, ook voor vrouwen. Het aantal leden van de Staten van Suriname werd uitgebreid tot 21, waarvan 10 gekozen zouden worden in Paramaribo en elf in de distrikten. Suriname kreeg een College van Algemeen Bestuur (C.A.B.), in feite een soort Raad van Ministers.
In januari 1950 werd voor de leden van de inmiddels geheten Regeringsraad de ministeriële verantwoordelijkheid ingevoerd. De gouverneur werd als vertegenwoordiger van de Kroon het onschendbare hoofd van de Regering.
Maar dit was geen eindpunt in de ontwikkeling en er werd verder onderhandeld in R.T.C.'s. Deze onderhandelingen leidden in 1954 tot de afkondiging van het Statuut voor het Koninkrijk der Nederlanden, waarbij aan elk der delen van het Koninkrijk (Nederland, Suriname en de Ned. Antillen) autonomie werd verleend in binnenlandse aangelegenheden, terwijl defensie en buitenlandse zaken koninkrijksaangelegenheden bleven.
Maar ook dit was geen eindpunt. De verkiezingen van 1973 in Suriname werden gewonnen door de Nationale Partij Combinatie (N.P.K) en de op basis van de verkiezingsuitslag gevormde regering werd geleid door Henck Arron.
Deze regering kondigde aan dat Suriname niet later dan ultimo 1975 onafhankelijk zou worden. De Nederlandse regering onder leiding van Den Uyl verleende alle medewerking aan dit plan en op 25 november 1975 werd Suriname een onafhankelijke republiek.
Parallel met deze ontwikkeling liep ook de binnenlandse politieke ontwikkeling en de vorming van politieke partijen.
Vroeger waren er in Suriname geen politieke partijen en het aantal kiezers was beperkt.
Aanvankelijk mochten alleen mannen stemmen die de leeftijd van 25 jaar hadden bereikt en die een bepaalde som aan belasting betaalden (censuskiesrecht). Vanaf 1937 mochten ook die mannen stemmen die een zekere ontwikkeling hadden (minimaal een ULO diploma, capaciteitskiesrecht). Vanaf dat jaar mochten vrouwen ook gekozen worden tot statenlid, maar zelf stemmen mochten zij nog niet (passief kiesrecht). Bij de eerste verkiezingen hierna in 1938 werd het eerste vrouwelijk statenlid gekozen : mevr. Grace Schneiders-Howard.
Kandidaten werden bij de verkiezingen voorgedragen door een groepje burgers, meestal een paar vrienden, die zichzelf een of andere naam gaven, zoals "vele weldenkende burgers". Na de verkiezingen verdween zo'n groep meestal meteen.
In enkele gevallen hadden ze een langer bestaan, zoals de kiesverenigingen E.M.M. (Eendracht Maakt Macht), A.K.V (Algemene Kiesvereniging) en S.K.V.(Surinaamse Kiesvereniging) uit het eerste kwart van deze eeuw.
Hoewel de macht van het vooroorlogse parlement niet groot was, hebben de statenleden van toen toch vaak op de bres gestaan voor de belangen van het land. Door bijvoorbeeld begrotingen te verwerpen konden zij hun ongenoegen laten blijken over de houding van de Nederlandse regering of de gouverneur. Het zou te ver voeren om alle namen te noemen van statenleden uit de koloniale periode, maar een naam wil ik toch er uit lichten en wel die van William Kraan , de vroegere redacteur van De West, die bijna 32 jaar lid is geweest van het college en die daarmee lange tijd het record op zijn naam had staan, totdat dit record door Lachmon werd verbeterd.
Een belangrijke fase in de nationale bewustwording van het Surinaamse volk was de parlementaire strijd die in de jaren '30 en '40 gevoerd werd tussen de Staten en gouverneur Kielstra, welke strijd culmineerde in de kwestie Bos Verschuur.
Kielstra probeerde telkens bestuursmaatregelen door te voeren buiten de Staten om en gebruik makend van de mogelijkheid om maatregelen bij Koninklijk Besluit te doen vaststellen. Dit deed hij onder meer bij de vaststelling van een nieuw Reglement op de Rechterlijke Macht, bij de instelling van dorpsgemeenten en bij de vaststelling van de Aziatische huwelijkswetgeving. De Staten en de Gouverneur kwamen daardoor op gespannen voet te staan. In 1943 liet de Gouverneur het statenlid Bos Verschuur interneren. De staat van beleg die in 1940 was afgekondigd toen ook Suriname bij de Tweede Wereldoorlog betrokken raakte bood hem daartoe de mogelijkheid.
Kielstra weigerde de Staten informatie te verschaffen over de internering, waarop alle gekozen statenleden en bloc bedankten. Bij de verkiezingen die daarna werden uitgeschreven werden allen herkozen, waarmee de kiezers duidelijk hadden laten merken achter de statenleden te staan. De herkozen statenleden legden daarop bij monde van Kraan een verklaring af dat zij geen vergaderingen zouden bijwonen, zolang Kielstra het
bewind voerde. Er zou dus geen quorum verleend worden, waardoor het parlementaire werk onmogelijk werd.
Kielstra werd daarop vervangen door Brons, de statenleden hervatten hun
werkzaamheden en het conflict was voorbij.
Belangrijk voor de nationale bewustwording van het Surinaamse volk was ook de
oprichting in 1943 van de Unie Suriname, waarvan vele vooraanstaande surinamers lid
zijn geweest. Om er slechts enkele te noemen : Arnold Smit, Johan Ferrier, R.Ch.Moll,
H.Lamur, W.E.Juglall, Harry Dilrosun, S.M.Hardjo.
De Unie wilde 'onder alle lagen en groepen der Surinaamse bevolking het
saamhorigheidsgevoel en de liefde voor een rechtvaardige en doelmatige gemeenschaps
ordening bevorderen', door onder meer 'het tot stand brengen van een nauwer contact
tussen de verschillende bevolkingsgroepen'.
Suriname heeft nooit direct te maken gehad met het geweld van de oorlogen die op het internationale vlak gevoerd werden, maar de gevolgen waren altijd ook in Suriname merkbaar.
|
naar boven
Ontwerp © Webteam Suriname - Afdeling Suriname - Zwartenhovenbrugstraat - Paramaribo - Last update:
|
|
|
| | |