SURINAME IN DE 20 ste EEUW
DE BEVOLKING.
Het aantal inwoners van Suriname is in de afgelopen 100 jaar sterk toegenomen.
Toen de 20 ste eeuw begon woonden er in Suriname nog geen 100.000 mensen in de kuststrook en ongeveer 20.000 in het binnenland (Marrons en Indianen). Paramaribo was de grootste bevolkingsnederzetting. In het distrikt Nickerie woonden in de hoofdplaats Nw-Nickerie amper duizend mensen. Plaatsen als Moengo, Paranam, Lelydorp en Wageningen bestonden nog niet. De overige plaatsen in de distrikten waren niet meer dan kleine gehuchten.
Het aantal inwoners is in de 20 ste eeuw toegenomen tot ongeveer 450.000, ondanks de grote trek naar Nederland van de jaren '70, waarbij ongeveer een derde deel van de Surinaamse bevolking het land verliet uit angst voor de komende onafhankelijkheid of om elders een beter bestaan op te bouwen.
Behalve de toename van het aantal inwoners door natuurlijke aanwas, is de toename ook en vooral te danken aan de immigratie van Brits-Indiers (tot 1916) en Javanen (tot 1939).
De komst van deze mensen uit Azië maakte de Surinaamse samenleving nog kleurrijker dan ze al was. Niet alleen zag men nu meer mensen die uiterlijk verschilden van de
mensen die al in Suriname woonden, maar zij gingen ook anders gekleed, hun voedsel was anders. de huizen waarin zij woonden waren anders en zij hadden een ander geloof dan de meeste mensen die hier al woonden. Hun kerkgebouwen waren anders dan de kerken van de gemeenten die men hier al kende.
De nieuwkomers raakten in de loop der jaren volledig ingeburgerd in de Surinaamse samenleving, waarbij zij zich niet alleen aanpasten aan de nieuwe omstandigheden waar dat nodig was, maar waarbij zij ook hun bijdrage leverden aan de cultuur van het land en aan de economische opbouw.
Vooral op nationale feestdagen of op hoogtijdagen van een der vele bevolkingsgroepen van Suriname kan men de rijke verscheidenheid bewonderen in kleding, in taal, in voeding, enz.We kunnen zonder meer zelfs stellen dat vooral wat de voeding betreft al de meegebrachte en de hier ontwikkelde recepten nationaal gemeengoed geworden zijn van alle Surinamers.
De aanpassing leidde natuurlijk tot grote veranderingen onder de nieuwkomers en in de gehele samenleving.
De schamele kleding van de beginjaren heeft plaats moeten maken voor meer 'deftige' kleding. De maaltijden werden gevarieerder. De huizen die aanvankelijk werden gemaakt van prasara, met klei bepleisterd en gedekt met pina of stro, zijn in de loop van deze eeuw vervangen door houten of stenen woningen. De eenvoudige maaltijden van de beginjaren van deze eeuw - voor de Hindostanen vooral dhaal-bhaat, rijst met gele pesie , voor de Javanen rijst en petjil - hebben plaats gemaakt voor rijk gevarieerde menu's, terwijl de meegebrachte gerechten een wezenlijk deel zijn geworden van de surinaamse keuken.
Maar ook de mensen die al langer in dit land wonen hebben zich in de loop van de eeuw
aangepast aan de moderne ontwikkelingen in de wereld en in Suriname, ook op het
gebied van kleding- voedsel en woningen.
Rijst was in de beginjaren van de eeuw nog een luxeproduct en moest voor het grootste deel geïmporteerd worden. De mensen aten vooral broodboom (man-van-woord), bananen en aardvruchten, zoals cassave, zoete patatten, tayer en nappi. De meer gegoeden in de samenleving konden dit natuurlijk elke dag opsieren met rund- of kippenvlees, maar voor grote groepen van de samenleving vormden bakkeljauw, haring of zoutvlees het dagelijks menu. En de armsten moesten zich zelfs vergenoegen met het zout water waarin de haring werd geïmporteerd.
Omstreeks 1915 begon de cultuur van rijst haar opmars in Suriname met de aanleg van nieuwe polders in Nickerie (Van Drimmelenpolder, Corantijnpolder) en vijftien jaar later was Suriname al een rijst-exporterend land. Rijst werd toen volksvoedsel nummer een.
In de beginjaren werd de rijstcultuur vrij primitief beoefend. Rijst werd met de hand geplant, met de hand geoogst en met de hand gedorst, waarna ze in een van de kleine pelmolens in het distrikt werd gepeld.
Nadat in de jaren '30 in Nickerie reeds proeven waren genomen met mechanisatie (de firma Van Dijk) werden na de Tweede Wereldoorlog de Prins Bernhardpolder en Wageningen aangelegd als proefbedrijf, resp. grootbedrijf.
Daar werden niet alleen nieuwe rijstrassen ontwikkeld die leidden tot een grotere en betere produktie, maar deze bedrijven hebben ook een grote uitstraling gehad naar grote delen van de bevolking, die de moderne cultuurmethoden overnamen en toepasten in de vele nieuwe polders die ontstonden of op terreinen die zij zelf tot ontginning hadden gebracht, daarbij gesteund door de verkrijgbaarheid van landbouwkrediet van de in 1962 opgerichte Landbouwbank of van een der andere commerciële banken.
Nickerie werd het rijstdistrikt bij uitstek met een produktie van meer dan de helft van de
totale Surinaamse produktie van rijst. Behalve de reeds genoemde polders werden
aangelegd de Clarapolder,de Nannipolder,de Europolder-Noord en de Europolder-Zuid.
Ook Saramacca werd in de tweede helft van de eeuw een belangrijke rijstproducent,
terwijl ook in Coronie in de laatste decennia rijstpolders werden aangelegd Pogingen om
ook in Commewijne de rijstcultuur tot bloei te brengen door het Landbouw
Ontwikkelingsplan Commewijne (L.O.C) hadden echter geen succes
Wageningen ontwikkelde zich in de loop der jaren tot het grootste rijstbedrijf van
Suriname en tot een van de grootste bevolkingsnederzettingen van het land.
Paramaribo heeft zich in de loop van de afgelopen honderd jaar aanzienlijk uitgebreid en
er zijn veel mooie en moderne huizen bijgebouwd. Bouwde men in de eerste helft van de
eeuw vooral in hout, in de afgelopen decennia werden veel woonhuizen in steen gebouwd
De vele pras' oso's in Paramaribo zijn voor een groot deel verdwenen, wat echter niet
betekent dat de woonomstandigheden voor alle Surinamers nu goed geworden zijn.
Veel particulieren hebben vooral in de tweede helft van de eeuw mooie huizen laten
bouwen voor zichzelf of als een investering, om te verhuren.
Vanwege de Overheid werden diverse woningbouwprojecten uitgevoerd, o.a. te Zorg en
Hoop, te Beekhuizen, te Hanna's Lust, het Flora-project, in Nickerie, te Ellen en te
Groningen.
Qua oppervlak is Paramaribo in deze eeuw veel groter geworden. In het begin van deze
eeuw was het oppervlak van Paramaribo amper acht vierkante kilometer. De stad was
verdeeld in zes binnen- en twee buitenwijken (Combe en het gebied tussen Wanicastraat
en de 1e Rijweg = de huidige Kernkampweg). Vooral na de Tweede Wereldoorlog was er
echter een grote trek van het distrikt naar Paramaribo en de uitbreiding van de stad ging
toen allereerst in westelijke richting, waar de boerderijen van de Boeroe's de een na de
ander werden verkaveld om plaats te maken voor woningen. Daar ontstonden wijken
zoals Eerste Rijwegproject, Tammengaproject, Bamsproject, e.a.
Toen kwamen de uitbreidingen in Noordelijke richting, waar de nog bestaande koffie
cacao- en citrusplantages werden omgezet in nieuwe woonwijken van Paramaribo, zoals
Ma Retraite, Rainville, enz. Leonsberg dat zestig jaar geleden nog een plantage-in-cultuur
was, werd in recente tijd een modern dorp, met alle voorzieningen die daarbij horen.
Ook de uitbreiding naar het zuiden deed nieuwe woonwijken van Paramaribo
ontstaan,zoals Latour, Pontbuiten, e.a.
In 1985 werd een nieuwe distriktenindeling doorgevoerd, waarbij Paramaribo een
aanmerkelijke uitbreiding onderging. Grote delen van het vroegere distrikt Suriname
werden bij Paramaribo gevoegd, waardoor de hoofdstad van ons land nu niet alleen veel
groter geworden is, maar waardoor nu meer dan de helft van de bevolking in Paramaribo
woont.
De oude distriktenindeling dateerde van 1863. In de loop der jaren werd zij herhaaldelijk
aangepast. In het eerste kwart van de eeuw sprak men nog van Boven- en Beneden Para,
van Boven- en Beneden Suriname, van Boven- en Beneden-Saramacca, enz.
In het tweede kwart van de eeuw werd het aantal distrikten teruggebracht tot zes, te weten de distrikten Marowijne, Commewijne, Suriname, Saramacca, Coronie en Nickerie. Paramaribo was dan het stadsdistrikt.
Toen de Afobaka-dam gebouwd zou worden werd in 1958 het distrikt Brokopondo ingesteld. In 1968 werd het distrikt Para ingesteld als nieuw distrikt.
In de jaren '80 kwam de nieuwe distriktenindeling waarbij ook een distrikt Binnenland werd ingesteld (dit distrikt kreeg later de naam van Sipaliwini). De naam van het distrikt Suriname werd gewijzigd in distrikt Wanica.
Momenteel telt Suriname dus de volgende tien distrikten : Marowijne, Commewijne, Wanica, Paramaribo, Para, Brokopondo, Sipaliwini, Saramacca, Coronie en Nickerie.
|