Uit een familiebrief van 21 Augustus 1928 stamt het volgende verhaal.
Deel 3
Er is hier 'n nieuwe sport bij gekomen en wel de buitenboordmotorwedstrijden. Begonnen met de Kemphaan zijn er in 'n goei jaar tijd bijgekomen: de Musch, de Strip, de Kolibrie, de Zwaluw, de Zeemeeuw, de Suriname, de Stepper. Allemaal kleine neukbootjes, waarmee een ontzettende snelheid verkregen kan worden.
Die dingen vliegen als 't ware over 't water, maar hebben practisch weinig nut, omdat ze te nietig zijn. A.S. Vrijdag 31 Aug. 'Kongverjari' zoals ze 't hier noemen, zal er 'n reuzewedstrijd zijn van al die kleine dingen, tegen enkele uit Demerara, die nog kleiner zijn. Ze kunnen 't mijns inziens nog gemakkelijker door op hun gat in 't water te gaan zitten 'n motor aan hun broekband vast te maken en vooruit, want practisch zitten ze toch zoo goed als in 't water.
Nog altijd houdt de uitocht van jonge werklui naar Curaçao aan, om daar te gaan werken bij de 'Isla', petroleumraffinaderijen. De eerste tijd waren 't alleen lui, die hier geen werk konden vinden, maar den laatsten tijd gaan er ook heel wat, die wel werk hebben maar nog meer geld willen hebben.
Van geld verdienen houdt een Surinamer maar van opmaken nog meer. Sparen is onbekend in 't woordenboek van 'n Surinamer. Er zijn ook loffelijke uitzonderingen. Een van onze oud weesjongens stuurt zowat elke maand 'n f. 50 om te sparen. Maar die man had al 'n kleine f. 1000 toen hij hier wegging.
Hij zal nu binnenkort zijn kapitaaltje gaan deelen met z'n verloofde, die hij hier gelaten had. Voor de securiteit trouwt hij met den handschoen, en laat ze zoo als zijn wettige vrouw naar Curaçao komen. Ik zeg voor de securiteit, want we hier laatst 'n gevalletje gehad, waar eens mee zou moeten lachen, als 't niet intreurig was voor de gedupeerde persoon.
Een directeur van 'n plantage liet z'n verloofde overkomen vanuit Holland, om hier op de dag van aankomst te trouwen. Dat gebeurde ook. In Hotel Gans werd bruiloft gevierd en van alle vrienden en bekenden werd 't paar gecomplimenteerd. Na afloop van de feesterijen vertelde de bruid, dat ze niet van plan was met haar man mee te gaan.
Ze had gedurende de reis haar hart al verkocht aan een van de officieren van de boot. De man was woedend, dreigde met 'n revolver. Later een beetje gekalmeerd heeft hij haar gezegd de terugreis naar Holland te vergoeden op voorwaarde dat ze met de eerst volgende boot naar Holland zou vertrekken.
Toevallig was dit dezelfde boot waar ze mee gekomen was. De lieve dame had het voorstel aangenomen, maar toen de boot hier zou vertrekken weigerde de kapitein haar aan boord te nemen. Wat er nu verder gebeurd is weet ik niet, maar wel treurig is het voor den man die er de dupe van geworden is.
Er wordt wel eens spottend gezegd bij God en in Suriname is alles mogelijk. En je zoudt het haast gaan gelooven, dat het zoo is. Je hoort hier zoo'n rare dingen soms, dat je verstand er voor stilstaat.
Er is 'n paar maand geleden 'n mijnheer Arnßt hier geweest, groot industrieel, mede eigenaar van plantage Voorburg en lid van de Eerste Kamer van Holland. Een hele Piet dus, klein van stuk, kale knikker en degelijk gebuikt, maar 'n kerel van vuur en staal. 'n Degelijk Roomsch Katholiek heeft hij in de gauwigheid heel wat goeds gedaan voor de Roomsche zaak.
Onomwonden heeft hij aan den gouverneur verteld, dat de Roomschen hier leelijk achtergesteld zijn, bij de baantjes. Als typisch staaltje hoorde ik 'n gevalletje van iemand van hooge positie.
Een jongeman solliciteerde voor een baantje. Zijn sollicitatiebrief was al van 't eene kantoor naar 't andere gegaan, zoals dat moest. En volgens de regel kwam hij ook bij de secretaris terecht. En wat vond die. Boven in een hoek stond met kleine potloodletters geschreven R.K.
De sollicitant doet natuurlijk zoiets niet. 't Moet dus een van de hoofdambtenaren geweest zijn, die daardoor z'n collega's opmerkzaam te maken dat ze den sollicitant als ongeschikt moesten adviseren bij den gouverneur. De secretaris trok er mee naar den gouverneur, die 't nogal brutaal vond van die lui.
Maar die 't gedaan heeft is natuurlijk dood, en die zal wel dood blijven ook. De gouverneur heeft door dergelijke staaltjes al goed kunnen zien, hoe de hoogere ambtenaren ons gezind zijn, en heeft dit ook al eens laten hooren. Hoe meer hij ondervindt op dat punt, hoe beter voor ons. Dan weet hij ook meteen dat onze afkeer van den vorigen gouverneur niet ongegrond was.
De gouverneur heeft ook verklaard voorstander te zijn van het bijzonder onderwijs, zodat we geen herrie hoeven te vrezen zoals vorig jaar, met de Britsch Indiërs. Ze zullen bij hun vergaderingen ook niet zo gemakkelijk meer den naam van 't bestuur gebruiken om leerlingen van de bijzondere scholen af te troggelen.
Het ook een man waar niet mee te lachen valt. Onlangs werd een film goedgekeurd door de wettelijke commissie tot keuring van films, verboden door de commissaris van politie op last van den Procureur Generaal. De commissie toog naar 't gouvernementshotel met de vraag waartoe zijn in 's hemelsnaam dienden. Kort en bondig belde de Gouverneur de P.G. op en zei dat de film zou worden afgedraaid.
Van fuifreizen zoals de vorigen Gouverneur houdt hij ook niet. Als die mijnheer op reis ging, trok een heele bersie dames en heeren mee en smeerde en teerde op kosten van de grooten landszak. Het was dan zoiets van de koning gaat op reis 'en heel Suriname moest meejuichen met de feeststoet.
De tegenwoordige gaat op reis enkel met z'n raadgevers en waarschuwt ze van te voren 'n botram in de tes te steken want 't is dienstreis Door die zakelijkheid wint hij stilletjes aan aller harten.
'n Botram in de tes steken betekent brood voor onderweg meenemen.
Diezelfde mijnheer Arnßt sprak ook 't bestuur van de bauxietonderneming aan, om een kerk te bouwen voor de vele Roomschen die daar wonen. Vroeger was dat ook al eens beloofd en toen het op zaken aan kwam wees de baas 'n ezelstal aan de pater, die hij kon laten schoonmaken. De pater bedankte natuurlijk.
Nu opnieuw de zaak werd aangesneden door den heer Arnßt werd dadelijk toegestemd. De R.K. Missie zal bouwen op een stuk grond voor 5 jaar in bruikleen afgestaan. Aan de R.K. Missie door de bauxietmaatschappij.
Ook zal hij werken voor de gelijkstelling van de acten hier behaald met die van Holland. Voor ons zou dat 'n mooi ding zijn. Tot nu toe kon men hier zoveel acten halen als men wou, eenmaal weer in Holland telden ze voor niets. Zoo telt nu mijn Duitsche acte in Holland niet.
Komt de gelijkstelling er nu door dan ben ik in Holland ook de man. Dat komt er nog wel eens van dat we met enkelen voor 1e rang gaan studeeren wat nog 'n beetje zwaarder is als de Holl, hoofdacte, maar dan tellen zal voor die acte.
Ik heb me nog 'ns laten wegen en kwam tot 't respectabele gewicht van 128 pond. Veel te weinig voor zo'n lange slier hé, maar ik ben toch weer aan 't winnen. In 'n goei half jaar heb ik weer 10 pondjes bijgehaald
Tusschen al die dikzakken hier maak ik een pover figuur en lijk meer op een telefoonpaal als op een ordentelijk manisch. 'Da frater habi no bere' zeggen mijn jongens. Dat wil zeggen de frater heeft geen buik. 'n Flinke dikke buit is iets wat de negers graag zien, en hoe dikker iemand is hoe mooier. Ik zal dus nog lang moeten wachten eer ik aan een schoonheidswedstrijd mee kan doen.
Ziezoo nou ga ik weer een puntje zetten, want ander raak in nooit van m'n praatstoel af.
De brieven, foto's en anderszins maken deel uit van het familiearchief, dat wij proberen te beheren en inzichtelijk te maken voor de familie en eventueel ander belangstellenden.
In dit verband willen wij u laten meelezen uit de reisverhalen van Heeroom als een bijdrage aan de belevingsgeschiedenis van Suriname.
Jacqueline en Louis Barten-Schakenraad.
© a.barten 2005
|