Uit een familiebrief van 21 Augustus 1928 stamt het volgende verhaal.
Deel 2
Half jaartje geleden is er een nieuwe Hervormde dominé gekomen, die zijn uiterste best doet om ons goed zwart te maken. In een van zijn conferenties schold hij de paters voor baarlijke duivels en wij kwamen van Tilburg, 't brandpunt van zedenbederf, drinkgelagen en vechtpartijen. Wij waren naar hier heen gestuurd omdat ze ons in Holland niet konden gebruiken.
Een Jood pakte daar vuur op, prees 't werk van de Roomsche Missie, kon zich met een boel dingen van de Roomschen niet verenigen, maar respecteerde toch hun werk, raadde de dominé ook aan op die manier te werken, dan deed ie beter dan schelden. Nu is de dominé bezig in de krant, maar niet erg snugger, en krijgt er zoo ongezouten langs in de Roomschen krant, dat hij wel gauw zal staken, evenals zijn voorgangers de een na de ander heeft gemoeten.
Enkele weken geleden zaten we 's avonds gezellig te praten, toen ineens 'n slangetje van 'n halve meter lengte midden in de groep kwam schuifelen. Lekker, hé, vooral als je weet dat het er een is van de meest vergiftige de 'oerekoekoe'. We hadden 't ding gauw te pakken en in den grond gestopt.
Op een middag kom ik in mijn klas en zie juist 'n slang verdwijnen van wel ruim 1 meter. Suriname moet 't rijkste land aan slangen zijn. Je vindt hier 'n massa soorten en er zijn heele kerels bij. De grootste die ik ooit gezien heb hier was een boa van ruim 6 meter, maar die zie je dan ook niet elken dag.
'n Kwartiertje van ons af. woont 'n Britsch Indiër, die uit liefhebberij die dingen vangt. Hij heeft een heele bezendingen slangen waarbij 'n paar boa's en 'n groote ratelslang. Ook heeft hij enkele groote kaaimannen. 'n Levend gevangen tijger heeft hij pas verkocht aan den Amsterdamsche dierentuin.
Voor de verschillende slangen heeft ie verschillende trucs ze te vangen. Zoo vertelde hij dat hij een boa vangt met 'n flinken dikke paal. Die gooit hij bij 't beest, dat woedend wordt en zich om den paal slingert. Dan springt hij er op af en pak ze achter den kop beet en gooit 'n strik om den kop, en sleept dan 't heele zaakje huis toe.
Die paal dient enkel hiervoor, dat 't beest zich niet om je lichaam slingert. Want dan ben je er bij. Ze trekt de kronkels om je lichaam vaster toe en je heele ribbenkast wordt samengedrukt.
Kleinere slangen als tapijt slangen vangt hij door er 'n hout op te gooien, de ratelslang laat hij loopen als 't donker is zegt ie, want dan is ze gevaarlijk. Alleen als ze in de volle zon ligt durft hij ze te pakken. De ratelslang heeft haar naam van 't ratelend geluid dat ze maakt voordat ze aanvalt.
Dat geluid maakt ze met haar wervels die ze vlug samentrekt en weer uitstrekt. Sommige zeggen dat ze zoo 3 keer waarschuwt voor ze aanvalt, onze Britsch Indiër zei, als je ze hoort, smeert hem, anders ben je er bij.
Ziezoo dat is een heele babbel over slangen. Nou moet je niet bang zijn, dat we zo zoo eens een keer door 'n slang gepakt worden. In de vier jaar dat ik hier ben heb ik nog maar eens gehoord, dat iemand door 'n slang gebeten werd.
De menschen die veel in de bosschen leven zoals de Indianen hebben 'n middeltje om zich te beveiligen tegen slangenbeeten. Ze noemen dat 'snekikotti' letterlijk ' slangensnee'. Ze maken enkele sneetjes met 'n mes in den arm en doen daar een vocht in, dat ook snekikotti heet. Die kleine sneetjes laten kleine lidtekentjes na. Nu hoeven ze niet meer bang te zijn voor slangen, de slangen zijn bang voor hen.
Voor een paar maanden terug zijn een groep jonge kerels de Corantijn rivier opgetrokken tot aan de Litanyrivier, om daar te gaan werken. Bij 't overtrekken van de stroomversnellingen is er een van verdronken. De anderen hebben de zwelziekte gekregen.
Deze ziekte komt dikwijls voor bij lui die ver 't binnenland intrekken. Het lichaam zwelt op, en deuken die re met de hand worden ingeduwd blijven er in staan. De zwelziekte is gevaarlijk als er niet gauw hulp geschaft wordt. Maar hoe kon hier hulp geschaft worden aan lui die bijna 'n maand varen buiten de bewoonde wereld zitten.
Ze zijn allemaal gestorven op 'n paar na. Een van die kerels was katholiek, maar deed niets meer aan z'n geloof. Maar hij is biddend de eeuwigheid ingegaan. Toch nog een troost voor de ouders, die heel brave menschen zijn. Een andere is vloekend en vuile taal sprekend gestorven. Het is te hopen voor de man dat hij het buiten zijn weten gedaan heeft en O.L. Heer hem het niet heeft aan te rekenen gehad.
De brieven, foto's en anderszins maken deel uit van het familiearchief, dat wij proberen te beheren en inzichtelijk te maken voor de familie en eventueel ander belangstellenden.
In dit verband willen wij u laten meelezen uit de reisverhalen van Heeroom als een bijdrage aan de belevingsgeschiedenis van Suriname.
Jacqueline en Louis Barten-Schakenraad.
© a.barten 2005
|