Onze jager
We hadden ook een jager bij ons, voor 't geval er een tijger of ander klein wild te schieten zou zijn. Die jager was fr.Desideratus. Maar 'k moet zeggen 't is geen jager van 't echte ras. Hij weet té weinig jachtavonturen te vertellen.Om naam te maken in Nickerie kwam ie ook al te laat.
'n Paar weken voor onze aankomst in Nikerie was er ter hoogte van de plantage Waterloo een heele kudde wilde varkens, 'n goei honderd koppen sterk, de Nickerie rivier komen overzwemmen. Ze trokken de rietvelden in en stonden onverwacht bij de Javaansche arbeiders voor de deur. Mannen, vrouwen en kinderen knuppelden er flink onder. Hoeveel er de volgenden dag met een overladen maag zaten werd er niet bijverteld.
Was daar fr. Desideratum met zijn geweer maar geweest. Toch had hij z'n geweer niet voor niets meegenomen.De pastoor was een oude kater rijk die hij liever kwijt wou zijn. 't Beest had bij 'n bezoek van een concurrent 'n halve lip verloren, zodat hij maar met moeite kon eten.Je kon aan 't beest zien dat 't er onder leed.
En de pastoor, groot als een boom maar met een buitengewoon goed en medelijdend hart, kon zijn kater niet zien lijden. Zoo gauw hij hoorde dat wij een jager rijk waren, verzocht hij niet te vertrekken voor we den kater een eervolle begrafenis bezorgd hadden. We wachtten al een paar dagen, maar de vogelvrijverklaarde kater bleef maar rondloopen.
Maar op een morgen hoorden we, dat 't beest uit z'n lijden verlost was. Frater Desideratus vertelde dat hij hem dwars door den kop geschoten had, terwijl hij lag te slapen. Hij was nog wel 'n eindje weggelopen, maar lag toch zeker dood onder de kerk. 's Middags als alles een dutje aan 't maken was, kuierde ik 'ns rond door 't tuintje en kwam ook op de speelplaats.
En wat zag ik? De zeker doodgeschoten kater zat verrezen, op z'n staart, tusschen twee goalpalen, alsof ie zeggen wou, schiet maar op, ik keep ze allemaal. Onze jager heeft 't natuurlijk moeten kunnen, vooral bij pater Kusters die er toch van houdt om er iemand tusschen te nemen. Z'n bewering dat ie toch een paar koufoetoeboys ('n zwarte vogel) geschoten had, werd niet geloofd.
Hij moest ze laten zien. Gelukkig dat ie op z'n zwerftochten geen enkele jager met een geschoten vogel ontmoet heeft. Hij zou instaat geweest zijn hem te koopen en dan toch nog op te scheppen bij ons.
De brieven, foto's en anderszins maken deel uit van het familiearchief, dat wij proberen te beheren en inzichtelijk te maken voor de familie en eventueel ander belangstellenden.
In dit verband willen wij u laten meelezen uit de reisverhalen van Heeroom als een bijdrage aan de belevingsgeschiedenis van Suriname.
Jacqueline en Louis Barten-Schakenraad.
© a.barten 2005
|