Par'bo April '27 C *(De schrijver bevindt zich in Nickerie)
In mijn vorigen brief schreef ik U nog, dat pater Kuijpers op dienstreis moest naar Washabo, 'n Indianenkamp langs de Coratijn. We hebben den reiziger gezelschap gehouden tot we de motor hoorden slaan als een teken dat 't tijd ging worden om te vertrekken. We hebben den goeien man niet meer weergezien in Nickerie. 's Maandags vertrokken, had Z.E. 's Woensdagsmiddags , op z'n laatst Donderdags terug moeten zijn.
Maar de boot kwam terug zonder Pater Kuijpers. Ik heb de bezorgdheid bewonderd van de pastoor. Toen 5 minuten nadat de boot binnen was de pater nog niet verscheen, was de pastoor er al bij om een boodschap te sturen, of de pater niet was meegekomen. Toen trok hijzelf er op uit en kwam met de boodschap terug:' De boot is vannacht Washabo gepasseerd. Er is op de afgesproken manier gefloten, maar de pater kwam niet.'
De heelen avond en de volgende dagen was de pastoor van streek af. Gelijke manieren om van Washabo terug te komen prakkezeerde hij bij elkaar. Hij deed zijn best om zoo gezellig mogelijk te zijn, declameerde verzen uit Kriekende Kriekske, 'n paar hekeldichten van Vondel, zong een ouderwetse O Salutaris en dat alles deed hij met zoveel jeu en leuk, wist heel wat oude moppen te tappen, geen Nieuwe Eeuw-K.Ill,- of De Morgenwerk zoals zijn kapelaan den eersten avond, maar wezenlijk origineele. Het meeste contact was er tusschen ons beide als hij begon op te snijjen over Asten, Deurne c.a. Dan waren we in 't land van alle mogelijkheden verzeild en precies op ons thema. Maar telkens tussen al zijn bespraaktheid door kwam pater Kuijpers opduiken.
Later hoorden we dat de pater 'n reisje van 3 dagen gehad heeft per Korjaal of liever van 3 waters want enkel bij eb konden de Indianen varen. Doodmoe is de pater bij 'Santi' aangekomen, omdat hij de draai vanuit de Corantijnmond in de Nickerierivier niet dufde maken. Erg lekker is zoiets niet, maar enfin hij is behouden tercht gekomen.'Every cloud has a zilver lining' zegt de Engelschman. Ik mocht 't ook ondervinden. Op 'n morgen zaten we heel godsvruchtig te mediteren.
Opeens voel ik dat er iets scheurt op mijn rug. Welk kleding stuk 't is weet ik niet. Maar ik krijg zoo het gevoel over me van iemand, die in een drukke straat loopt en denkt dat z'n kousen stuk zijn. Als er de tijd is om te communie te gaan, blijf ik stiekem een beetje achter om 't scheuringsproces na te gaan.
Gelukkig is 't niet de toog, en wat het oog niet ziet, deert niet, en met de anderen stap ik dapper de kerk door. Na de dankzegging duurt 't nog een klein kwartiertje voor het ontbijt begint. Van die gelegenheid maak ik gebruik om boven op de slaapkamer op verder onderzoek uit te gaan. En daar kom ik tot de ontdekking dat mijn hemd bijna van boven tot onder gescheurd is. Nou dat euveltje zal gauw verholpen zijn. Terwijl ik in den koffer naar een ander hemd aan het zoeken ben krijg ik de veldflesch in het oog. Zou er nog iets in zijn? Ik schud er eens mee. Lekker 't kwanselt nog.
En tijd of geen tijd, 'k zet 't ding aan den mond. Maar dan komt de verstandelijke mensch weer boeven drijven. Jong je bent nog nuchter ze kunnen 't dadelijk ruiken aan 't ontbijt denk ik bij mezelf. En even gewillig als ik er de eerste keer de stop heb afgetrokken, duwde ik hem er weer op. Met een doodonnozel gezicht kom ik aan 't ontbijt, waar alles op me staat te wachten en maak honderd excuses over mijn langblijven. Maar dát ontbijt smaakte!
's Avonds voor 't naar bed gaan vond ik toevallig de flesch weer. Ik vroeg aan frDesiderius of hij geen trek had in een slokje, d'r is nog wat in, hoor maar! Ik zal eerst een beetje drinken en dan mag jij de rest hebben. En eer frDesiderius kon protesteren tegen de inbeuk in de hierarchische volgorde, had ik 'rt ding al aan den mond staan. Ziezoo, de rest is voor jou. Eb gedienstig haalde ik vlug een glas en schonk de heele flesch leeg.
Maar ik had verkeerd geschat. Met den besten wil van de wereld , kon ik fr Desiderius niet meer presenteren dan een ampertjes bedekte bodem. Ik zei toen maar niet veel meer, maar kroop gauw nesttoe. Wat ik te hooren kreeg zal ik maar niet vertellen. Maar de volgende morgen wisten alle belanghebbendenwat er gebeurd was. En nu was 't telkens hou den dieje in de gaten. Toen 't wat gezakt was heb ik eerlijk schuld bekend en beloofd me een volgende keer wat behoorlijker te gedragen.
De brieven, foto's en anderszins maken deel uit van het familiearchief, dat wij proberen te beheren en inzichtelijk te maken voor de familie en eventueel ander belangstellenden.
In dit verband willen wij u laten meelezen uit de reisverhalen van Heeroom als een bijdrage aan de belevingsgeschiedenis van Suriname.
Jacqueline en Louis Barten-Schakenraad.
© a.barten 2005
|