Albina
De gouden jaren.
De ontdekking van goud in het Marowijne/Lawagebied had grote
gevolgen voor Albina. Omdat Albina zo belangrijk was voor de
goudwinning, besloot het Gouvernement om er een bestuurspost te
vestigen. Hij kocht daarom van Kappler al zijn huizen en de helft van zijn
terreinen. Er kwamen ambtenaren wonen en Kappler vertrok uit Albina.
De man die altijd een ongekroonde koning was geweest in zijn
koningkrijk, wilde geen kleine man zijn in het nieuwe keizerrijk.Op 4 juli
1879 verliet Kappler het land, waar hij 43 jaren van zijn leven had
doorgebracht en ging wonen in Stuttgart in Duitsland. De laatste jaren
van zijn leven reisde hij veel en ook schreef hij boeken, waarin hij zijn
ervaringen in Suriname te boek stelde en waarin hij zich een goed en
onpartijdig observator toont. Kappler stierf in 1887. Zijn vrouw stierf
kinderloos in 1904. Beiden werden begraven in Stuttgart.
De goudvondsten hadden tot gevolg dat veel mensen naar het
Marowijnegebied trokken in de hoop daar fortuin te maken. Het verkeer
naar Albina nam toe en het Gouvernement begon met een kotter een
maandelijkse dienst op Albina. Het is goed om hierbij te vertellen dat
men vroeger Albina alleen maar bereiken kon over zee, of binnen door
met kleine boten. De landweg naar Albina zou pas veel later worden
aangelegd. De mensen die op weg waren naar de goudvelden kwamen
met de boot aan te Albina, waar ze een of meer nachten doorbrachten.
Er onstond dus behoefte aan logeergelegenheid en er werden meer
huizen gebouwd. Albina breidde zich uit. Wanneer de goudzoekers na
enkele maanden uit het binnenland terugkeerden, moesten ze weer op
Albina blijven wachten op de boot die ze verder zou brengen naar
Paramaribo. En vooral als ze goud gevonden hadden begonnen ze dit
met gulle hand uit te geven en dan zijn er ook altijd mensen die dit grif
uitgegeven geld willen ontvangen en daarvoor hun diensten aanbieden.
Noordzijde begin 20ste eeuw
Mensen die daarom ook naar Albina trokken om er voor korte of lange
tijd te blijven. De handel bloeide en er kwamen winkels bij te Albina.
In 1879 had het Gouvernement huizen en de helft van Albina gekocht
met de bedoeling er een bestuurspost te vestigen. De middelen lieten
het echter niet toe en daarom duurde het tot 1893 voordat het distrikt
Marowijne werd ingesteld, met Albina als zetel van de Distrikts Commissaris.
En Albina is zetel van de D.C. gebleven, met uitzondering
van de jaren 1932-1945 en de jaren van en na de binnen landse oorlog
1986-heden. Als de voortekenen niet bedriegen zal de zetel van de D.C.
binnenkort weer worden verplaatst naar Albina. Er werden in het
binnenland, o.a. te Benzdorp in het lawagebied, ook politieposten ingesteld
voor controle op en bescherming van de goudzoekers.
Steeds meer goudzoekers trokken naar de Boven-Marowijne en de Lawa
om hun geluk te beproeven en ook grote bedrijven werden gevormd om
het edele metaal uit de bodem te halen. Zo werd de concessie Le Blond
in het Lawa-gebied geexploiteerd door de Compagnie des Mines d'Or
de la Guyana Holandaise en in 1899 richtten enkele Amerikaanse
ondernemers de Marowijne Compagnie op. Men pakte de zaken groots
aan. Er werd een plant opgezet. Een spoorweg werd aangelegd en een
kanaal gegraven naar het placer. Toen echter in 1907 de onderneming
voor een appel en een ei verkocht werd op een veiling, bleek dat er aan
goudwinning vrijwel niets was gedaan. Een Amerikaanse combinatie
van Perry Tiffany begon in 1919 met prospectie in de Marowijnerivier .
Aan de Franse oever werd een kostbare nerderzetting gebouwd en op
Albina werd er een draadloos station opgezet. De onderneming mislukte
echter en het draadloos station werd later aan het Gouvernement
overgedragen .
|