Albina
door Dr. André Loor
August kappler werd geboren op 11 November 1815 te Mannheim in
Duitsland. Zijn vader stierf vroeg en August ging werken op een kantoor
en in een winkel, maar dat leven beviel hem niet. Op 19-jarige leeftijd
trok hij naar Nederland waar hij zich in Harderwijk aanmeldde voor
dienstname In het leger,dat naar Oost-Indie zou vertrekken. Maar omdat
dat nog lang zou duren, nam hij dienst in het leger dat op vertrek stond
naar Suriname. Op 16 December 1835 vertrok hij met het transportschip
"Prins Willem Frederik Hendrik" uit Nederland en 33 dagen later, op 18
januari 1836, zeilde het schip de Surinamerivier op.
|
August Kappler de stichter |
De soldaten gingen te Nw. Amsterdam aan land en pas twee weken later werden ze
overgebracht naar het Fort Zeelandla. Kappler kwam direkt onder de
indruk van de schoonheid van het land en zelf zegt hij: "nooit zal ik ook
het ogenblik vergeten,waarop ik daar voet aan wal zette."
Kapplers Albina met de Maroni Packet.
's Avonds zat
hij voor de kazerne te genieten van de vuurvliegjes en als hij overdag
vrij van dienst was, dan trok hij erop uit om vlinders en insekten te vangen.
Als militair moest Kappler ook dienst doen op posten in de dlstrikten en
zo werd hij oonder andere geplaatst op de post Mauritsburg aan het Cordonpad.
Dit pad was als linie van verdediging aangelegd in de strijd tegen de
Marrons. Deze oorlog was echter in de tijd van Kappler in feite al
afgelopen en daarom had Kappler veel vrije tijd om met volle teugen
te genieten van de natuur.
Kappler bracht van daar uit ook een bezoek
aan post Armina en daar leerde hij de brede, majestueuze
Marowijnerivier kennen. Later werd hij als korporaal kommandant van
de militaire post Prins Willem Frederik aan de Marowijne, dicht bij Gallbi.
En daar nam hij het besluit om zich later te vestigen aan de
Marowijnerivier. Na afloop van zijn diensttijd vertrok Kappler op 28
November 1841 weer uit Suriname en op 18 januari 1842, precies zes
jaar na aankomst in Suriname, was het schip te Den Helder in
Nederland.
Kappler verliet de Militaire dienst en vertrok naar Stuttgart in
Duitsland. Een belangrijke tegenvaller voor hem was, dat het schip
waarmee hij een verzameling insekten en vlinders had verzonden naar
Europa, op de kust van Engeland was vergaan. En Kappler had
gedacht van de opbrenst van die verzameling zijn verdere plannen te
kunnen uitvoeren. Kappler bleef niet lang In Europa en op 26 juli 1842
landde hij voor de tweede maal in Suriname, waar hij zich een bestaan
wilde opbouwen met het verzamelen en verkopen van naturallen en met
houtkap en handel met de Indianen en Marrons aan de Marowijne.
Daar wilde hij zich vestigen. Het is misschien goed om hier te vermelden,
dat er aan de Marowljne geen plantages waren en dat daar alleen
Indianen en Marrons woonden. Daar was men helemaal geisoleerd
van Paramaribo.
|