|
ONDERDELEN Javaanse Immigratie |
| |
| SURINAME AFDELINGEN -
Geschiedenis - - JAVAANSE IMMIGRATIE - Tje Mail
terug
© Auteur: Paul. P. Mangoenkarso
Tje Mail - O.v.O.N. ( Lid van de Orde van Oranje Nassau )
Zeer waarschijnlijk de eerste Javaan in Suriname die een Koninklijke onderscheiding kreeg
Inleiding
In Suriname is het algemeen bekend dat in de periode tot 1975 onder de Javanen weinig gevallen bekend zijn die een Koninklijke onderscheiding ontvingen. De reden hiervan is het feit dat er in die tijd weinig Javanen waren die een hoge overheidsfunctie bekleedden. De Javaanse bevolking werkte het meest op plantages of ze hadden een middel van bestaan in de kleine landbouw (kleine landbouwers met meestal twee tot drie hectare kostgrond).
Ze waren dus niet in overheidsdienst werkzaam, waardoor zij niet in aanmerking kwamen voor een Koninklijke onderscheiding.
Eén van de weinige personen die het wel kreeg was de contractant Tje Mail.
Tje Mail
Tje Mail moet in zijn tijd een bijzondere man zijn geweest. Hij kwam op achtjarige leeftijd in Suriname aan en misschien mede door zijn jonge leeftijd, maar zeker ook door zijn talent en aanleg heeft hij de Nederlandse taal snel onder de knie gekregen. Zo goed zelfs, dat hij al snel in dienst treedt bij de overheid als tolk.
Kennelijk is hij van onschatbare waarde voor de overheid als tolk, want als zijn moeder en zuster weer terug gaan naar Indonesie, wordt er een dringend beroep op hem gedaan te blijven. Als Tje Mail echter toch aangeeft Suriname te willen verlaten, grijpt de Agent Generaal C. van Drimmelen in door persoonlijk een beroep op hem te doen.
Waarschijnlijk is Tje Mail niet te overtuigen en gaat van Drimmelen een stapje verder, door misbruik te maken van zijn positie en macht en laat Tje Mail in het belang van lands Dienst aanhouden. Wat in feite wil zeggen dat Tje mail Surinaams grondgebied niet mocht verlaten. Een hele zware maatregel die niets anders inhoud dan een officiele gijzeling, tot het moment dat Tje Mail "vrijwillig" besluit, dat hij in Suriname zal blijven. Tje Mail wordt wel de "loze belofte" gedaan dat hij ten allen tijde mag vertrekken als hij dat aangeeft. Dit geeft de waarde aan die de heer Tje Mail als tolk had voor de Overheid.
Enerzijds natuurlijk een hele eer voor Tje Mail. Maar het geeft ook aan hoe machtig en ondemocratisch de overheid in die tijd was. Men kon dus ongestraft contractbreuk plegen en personen weigeren naar Indonesie te laten terugkeren.
Maar Tje mail verzoent zich kennelijk met zijn lot en zet zich weer als vanouds in voor zijn werk. Op 16 Augustus 1928 wordt hij zelfs onderscheiden. Daaruit mogen we de conclusie trekken dat Tje mail niet alleen zeer accuraat in zijn werk was, maar ook dat hij allom gerespecteerd werd en een bijzonder ijverig en loyaal ambtenaar was. Een koninklijke onderscheiding voor niet "Nederlandse" ambtenaren in de kolonie Suriname werd alleen bij hoge uitzondering gegeven. De ballotage was zeer streng. En dat zegt heel veel over het karakter, de werkzaamheden en de persoon van de heer Tje Mail, als model staatsburger van Suriname in die tijd.
De gegevens van Tje Mail
Vertrek en aankomst
Het gezin bestaande uit vader Martodongso (33 jaar, W105), moeder Kaspie (38 jaar, W106), Tje Mail (Tjetje, 8 jaar, W108) en Sarma van 2 jaar oud met contractcode W107 zijn 1894 in Suriname aangekomen. In Oost-Indië kwamen ze van het gewest Djawa. Ze vertrokken op 29 april 1894 vanaf Batavia, het huidige Jakarta. Zijn vader, moeder en zus waren bij aankomst vanwege de gevolgen van de zeereis opgenomen in 's-Lands-Hospitaal. Zijn vader was eerder hersteld (28 juni 1894) dan zijn moeder en zus. Zij waren pas veel later hersteld, namelijk pas op 7 maart 1896.
In Suriname
Het gezin werd in dienst genomen door de Landbouw Maatschappij Commewijne. Ze werden ingedeeld op de plantage Zoelen. Vermoedelijk werd het gezin in een soortgelijk barrak gehuisvest zoals in onderstaande foto is te zien.
Copyright: E.R. Pawirodikromo, 2002
Onder de Javanen wordt de plantage Zoelen ook wel Solo genoemd. Ongeveer 8 jaar na aankomst in Suriname overleed de heer Martodongso op 24 mei 1902 aan de gevolgen van beri beri. Toen de heer Martodongso overleed was Tje Mail 16 jaar oud.
Tje Mail moest verplicht in Suriname achterblijven
Drie jaren na het overlijden van zijn vader vertrokken zijn moeder en zijn zus op 19 juli 1905 met de Prins Willem IV naar Oost-Indië. Tje Mail moest bij het vertrek van zijn moeder en zijn zus van de autoriteiten in Suriname achterblijven. In het dienstbelang mocht hij van de autoriteiten in de persoon van de Agent Generaal C. van Drimmelen Suriname niet verlaten, om samen met zijn moeder en zus naar het vaderland te vertrekken. Hij was toen 19 jaar oud. Wel deed de Agent Generaal hem de toezegging dat hij te allen tijde naar Oost-Indië mocht terugkeren, indien hij die wens kenbaar zou maken.
Leven in Suriname
Tje Mail koos in 1919 de geslachtnaam Mail en de voornaam Tje. Hij trad op 1 Januari 1906 als tolk in overheidsdienst. In 1916 erkende hij het kind Jessie geboren op 28 april 1913 dochter van Bok Soemidjah. Bok Soemidjah is contractant II131 die in 1906 met de Madura & Prins der Nederlanden in Suriname aankwam.
In Nickerie huwde hij in 16 december 1920 op 34 jarige leeftijd met de twee jaar jongere Bok Siti II53. (NB: haar geslachtsnaam is op de gegevenskaart verkeerd aangeduidt.)
Bok Siti kwam eveneens met de Madura & Prins der Nederlanden in 1906 aan als contractant. Beide echtlieden hebben veel later, pas in 1941, de terugkeerpremie in Paramaribo opgehaald. Toen hij de terugkeer premie incasseerde was hij ongeveer 55 jaar oud. Op dat moment heeft hij misschien zijn beslissing genomen om definitief in Suriname te blijven.
Kranten bericht: De West - 1 juli 1947, naar aanleiding van het afscheid van de heer Tje Mail, na ruim veertig jaar trouwe dienst bij de overheid en de zilveren medaille van Orde van Oranje Nassau, die hem op 16 Augustus 1928 werd uitgereikt, wegens bewezen diensten.
Er kunnen verschillende redenen zijn dat hij in Suriname is gebleven. Ten eerste wilde het echtpaar de geadopteerde kinderen niet achterlaten. Daarnaast hadden zij waarschijnlijk weinig middelen om naar Oost-Indië terug te gaan en in Oost-Indië een nieuw leven te beginnen. Tje Mail is zijn moeder en zus nooit nagereisd.
In 1928 kreeg Tje Mail de Orde van Oranje Nassau (Bron: De West 1 juli 1947). Het te kort aan tolken is waarschijnlijk de reden, dat Tje Mail in december 1941 wederom in los dienstverband is aangesteld. In 1947 zei hij na ruim veertig jaar het gouvernement voorgoed vaarwel. Zijn levensloop is verder niet onderzocht.
Gegevens van de echtgenote van Tje Mail
Auteur:
P.P. Mangoenkarso
Rijswijk, augustus 2004 - update 2005
Met dank aan mw. E.Z. Mangoenkarso voor het opsporen van het krantenbericht uit het Nationaalarchief.
|
naar boven
Ontwerp © Webteam Suriname - Afdeling Suriname - Zwartenhovenbrugstraat - Paramaribo - Last update:
|
|
|
| | |