|
Onderwerpen Cultureel erfgoed |
| |
| SURINAME AFDELINGEN - Cultureel erfgoed - - Sarnami
terug
SARNAMI - NEDERLANDS
chaabhie = sleutel
chaage = afdanken
chaah = thee
chaahe = hoewel ; ofschoon; ongeacht; terwijl ; houden van; moeten
chaahe lage = verliefd
chaakal = breed
chaal kare = opmaken
chaal chalan = gedrag; handelswijze; levenswijze
chaal chalan siekhaawe = opvoeden
chaal chale = aanpassen
chaale = beschadigen; havenen
chaalies = veertig
chaalke kha lewe = kaalvreten
chaan = maan
chaanie = voorhoofd ; zilver
chaanie ke paisa = munt; penning; zilverstuk
chaar = vier
chaar kait/kanti = vierkant
ch aar kona viersprong; wegkruising
chaar mohaanie = kruispunt
chaara = aas
chaargorwa = viervoeter
chaaro or = uiteen
chaar-paai = ledikant
chaawaalies / chhauwaalies = vierenveertig
chabaawe = afkluiven; kluiven
chabhar-chabhar = slobberend
chaddar = deken
chahaata = modder
chahare = beklimmen; klimmen
chahier djaai = krimpen
chaila = balk
chakala = wijd
chakalaai = breedte
chakala / chakara = breed
chakariaai = verbaasd ; verbazen
chakkar = duizeligheid
chakkar maare = duizelen
chakna chur = in scherven
chakna chur howe = verpulveren
chakote = knijpen
chakotie = kneep
chakotie kaate = knijpen
chaktie = lap
chakchhie = verblinding
chal djaai = heengaan; verdwijnen ; weggaan; weglopen
chalaai dewe = roeren
chaláák = goochem; leep; listig
chaláákie = foef; list
chalaakie se = gewiekst
chaláákie se = slim
chalaan = mode
chalaawa = gang van zaken
chalaawe = leiden; mennen; rijden; sturen ; zeilen
chalaawe waala = bestuurder; conducteur; stuurman
chale = afleggen ; lopen ; rijden; varen
chalnie = zeef
chal-phiekar = geslenterd hebbend
chaltie = bemiddeling ; tussenkomst
chalchatta = kakkerlak
chamaar = onaanraakbaar ; leerlooier
(cham-)aaraam = rust
(cham-)aaraam kare = rusten
chamain = vroedvrouw
chamelie = jasmijn
chamgudarie = vleermuis
chamkal = schitterend; glans
chamke = blinken; glanzen; schitteren; stralen
chamotie = ceintuur; gordel; riem
chamotie se maare = geselen
chamra = leder
chamra = boomschors; huid; leer; vel
chandaal = slecht
chandaalie = kwaad ; slechtheid
chandarma = maan
chandula = kaalhoofdig
changa = gezond ; gezondheid
changa howe = aansterken
changaai = genezing
chankal = verschrikt
chanchal = wuft
chaparaai dhaare = vernielen
chaparaha = vernielzuchtig
chapienda = timmerman
chapkaawe = lijmen; opplakken
chapke = plakken
chapu = hak
chapu kare = schoffelen
chapote = opvouwen
chappal = slipper
charaawe = te grazen nemen; weiden
charaawe waala = herder
charahie = kribbe
charbaak = vurig
charbie = gemest; vetgemest; vet
chhauraija = klaroen
chhaurie = meisje
chhekaai howe = verloven
chhekaawe = verloven
chhiaalies = zesenveertig
chhiaanbe = zesennegentig
chhiaasath = zesenzestig
chhiaasie = zesentachtig
chhiehattar = zesenzeventig
chhiele = pellen; scheren; schillen
chhiene = afnemen ; afpakken; inpikken; wegnemen
chhiepe = persen
chhietaraawe = strooien; vermorsen; verspillen
chhietier bietier = verstrooid
chhietier-bietier = dooreen; chaos
chhopaawe = afdekken
chhope = deksel erop doen
chhor = los; vrij
chhor dewe = afblijven; afvallen; loslaten; overslaan ; scheiden
chhoraawe = bevrijden ; losmaken ; verlaten; vrijlaten
chhore = achterlaten ; loslaten ; opgeven ; verlaten ; vrijlaten
chhorke = behalve ; uitgezonderd
chhota = klein; kort; nietig ; zwak ; zwakgelovig; gering
chhota gááw = negorij
chhota gotro = greppel; trens
chhota kare = innemen ; verkleinen; verkorten
chhota larka es / ner = kinderachtig
chhota panha = enkelbreed
chhota patthar = kiezel(steen)
chhota rup mę = miniatuur
chhota rup mę bataawe = samenvatten
chhota chiedj = futiliteit; kleinigheid
chhota-mota = eenvoudig
chhotka / chhotkie kleinche; jongeche / meisje
chhotkie = schoonzuster
chhotku = zwager
chiaare = ontbloten ; tanden laten zien
chiedj = ding ; spul; voorwerp
chiehóek howe = schrikken
chiehóeke = schrikken
chiek aawe = niezen
chieke = niezen
chiekhe = proeven
chiekkan = gepolijst; glad
chiekkan kare = poetsen
chiel = aasgier
chiel gohaar = gejammer
chiel gohaar kare = jammeren
chiellaahat = geschreeuw
chiellaai = brullen; gillen; janken; joelen; schreeuwen
chiemaraai djaai = stijf
chiemmar = onbuigzaam ; stijf ; stug ; taai
chiemmach = lepel
chiemta = pincet
chienainie = Chinese
chiengaarie = vonk
chiengure = kreukelen
chienha = kenteken; litteken; merkteken; teken; zegel
(chienha) ghere = omlijnen
chienha ke anguthie = zegelring
chienha lagaawe = verzegelen
chienha se = gezegeld
chienhaanie = aandenken
chienhaar = kennis
chienhaar = bekende
chienhaarr = naaste
chienhaawe = introduceren; voorstellen
chienhe = herkennen
chienh-pahiechaan = kennismaking
chienh-pahiechaan kare = kennismaken
chienie = suiker
chieniedaat = Trinidad
chienta = bezorgdheid; zorg
chienwa = Chinees
chiepar = ploeg
chier dewe scheuren
chieraag(-battie) = licht ; lamp; lantaren
chierai = vogel
chieraurie kare = smeken
chierauta = vogel
chierautie = vogel
chiere = inscheuren ; scheuren
chierhaawe = pesten ; sarren; treiteren ; uitdagen
chieriek dewe = besprenkelen
chierkaai = honen
chierke = sprenkelen
chier-phaar = operatie
chier-phaare = opereren
(chier-)phaare = verscheuren
chieta = baar; draagbaar; vonk
chietaraawe = smijten
chietaunie = aanwijzing; instruktie
chiete = bezaaien; uitstrooien
chietier-bietier = ongeordend; slordig
chietier-bietier rahe = loensen
chiechiaawe = piepen
chietkaawe = plagen; spotten
chietke = geďrriteerd; barsten ; knappen ; irritatie
chietta = sproet
chietta-chietta = gespikkeld; gevlekt
chietthie = epistel
(chietthie) liekhe corresponderen
chietthie waala = brievenbesteller; postbode
chietthie(-pattar) brief
choita = schub
choita se = geschubd
chóke = steken
chókh = scherp
chonnie = kwarche
chopu kare = pikken
chor = dief
chor ke djhund = dievenbende
choraawe = bestelen ; stelen ; wegnemen
(chor-)daaku = rover
chore = ontvreemden
chore chore verstolen
chorie = diefstal
chorie kare = bestelen; ontvreemden ; stelen
chorie-chorie = heimelijk ; stiekem
chor-chapaatie dieverij
chorwaawe = verbergen
chot lage = bezeren; blesseren
chotaai = gewond
chotaai djaai = bezeren ; blesseren ; verongelukken
chotaail geblesseerd; verwond
chotaawe = bezeren ; blesseren
chotlag = geblesseerd
chotwaawe = verwonden
chhurie = mes
chhutal = leeg ; verlaten
chhute = afgeven
chhutiaai = verontreiniging
chhutkaara = bevrijding ; vrijheid
chhutkaara dewe = bevrijden
chhutte = vrijlaten
chhuttie = vrij
chhuttie ke dien = vakantie
chhuttie (ke dien) = verlof
chhuchie = neussieraad
chhuwe = aanraken ; tasten
chugalie = bedrog ; verraad
chugalie kare = bedriegen ; klikken; verklikken; verraden
chugalkhor = klikspaan
chuhaar = geldschraper ; gierigaard
chukal klaar ; af ; al ; reeds
chukanie = scherf
chuke = beëindigen ; voltooien
chulha = vuurplaats
chumma = kus ; zoen
chumma dewe / lewe = kussen
chumme = kussen
chunal = uitgezocht
chune = kiezen; uitkiezen; uitpikken; verkiezen
chungaral = rimpel
chungraai = verkreukelen
chup rahe = verzwijgen
chuppaawe = kalmeren ; sussen
chuppe = zwijgen
chuppe se = heimelijk; ongemerkt; stiekem
chuppe se taake = bespieden
chur = gaar
churaawe = koken
chure = koken ; stoven; sudderen
churia = armband
churkie = pluim
churus = sigaret
churuwa = handvol
churtie = borst
chuse = sabbelen; uitzuigen; zuigen
chusnie = speen
chutar = achterste ; bil; bips
chutia = lelijkerd; schurk
chutie = mier
chuchkal = rimpel
chuchke = rimpelen
chuchuk = gerimpeld
chuwaawe = druppelen ; vergieten
chuwe = druppelen ; lekken; uitlekken
|
naar boven
Ontwerp © Webteam Suriname - Afdeling Suriname - Zwartenhovenbrugstraat - Paramaribo - Last update:
|
|
|
| | |