Dit spel wordt meestal door meisjes binnenshuis gespeeld. Er zijn geen speelbeurten. Alle spelers doen tegegelijk mee. Of door een van de ouders met de kinderen.
Stel dat er drie spelers zijn. De eerste maakt een slappe vuist. De tweede knijpt zachtjes met duim en wijsvinger van een hand in het vel van de vuist van de eerste. De derde doet dit bij de tweede. Waarna vervolgend de eerste weer in de hand van de derde knijpt enz. enz. Tot dat alle handen in het spel zijn.
Dan zingen allen het volgende liedje waarbij ze de vuisten op de maat van het lied op en neer bewegen.
Pingi pingi kasi
mi pot' mi brede dja
mi pot' mi kasi dja
alata waka waka waka....
Bij de laatste "waka" laten ze allen elkaars vuisten los ( waarbij er meestal nog geroepen wordt: tiekel, tiekel, tiekel...) en beginnen de spelers elkaar te kietelen, waarbij natuurlijk hartelijk gelachen wordt tot er weer wordt gespeeld.
Anda gebruikt cookies en vergelijkbare technieken om de website goed te kunnen laten werken. Cookies are used for ads personalisation: Door op "ok" te klikken, ga je akkoord Meer info Ok