DJOMPO-FOETOE 2
Er zijn in ons land verschillende soorten djompo-foetoe's bekend. Het woord djompo-foetoe wordt ook gebruikt voor de figuur die de speelruimte aangeeft.
Een vorm die daarbij gebruikt is die van negen vakken, waarbij vak 5 afgerond is.
Dit spel wordt het meest door de meisjes gepeeld en meestal zijn er, opdat er vlotter gespeeld kan
worden, slechts drie of vier deelneemsters. |
|
|
De eerste serie.
Het meisje dat als eerste mag beginnen, staat voor vak 1, buiten de lijnen en gooit haar "steentje" (een plat voorwerp) in vak 1. Daarna springt zij op een been over dit het vak waar het steentje ligt in het volgende vak (2), dan vak 3, en vak 4. De speler mag niet van been verwisselen. Vak 5 is een rustvak en ze mag daarin wel even op beide benen staan, ze mag er echter niet met twee benen inspringen. Nu springt ze weer op een been in vak 6 enz. Vanuit vak er naast, in dit geval vak 9, nog steeds op een been, pakt ze nu het steentje met een hand op dat in nog in vak 1 ligt ( ze mag niet met andere hand op grond steunen ) en springt over vak 1 de djompoe-foetoe uit.
Ze mag niet op de lijnen trappen, er niet via de zijkant uit of in en moet gewoon de weg terug volgen. Gebruikt ze toch haar twee benen, of gaat ze er via de zijkant uit, of gooit ze haar steentje in het verkeerde vak, of komt het steenje buiten het vak terecht, dan telt deze serie niet en is een ander aan de beurt. Ze moet dan als zij weer aan de beurt is de serie waar ze gebleven was overdoen.
Serie twee.
Lukt het haar wel om de serie foutloos te voltooien, dan mag ze nu aan de tweede serie beginnen en gooit ze nu het steentje in het volgende vak ( 2 ) en moet dus in deze serie over vak 2 op een been over vak 2 springen.
De volgende serie gaat het om vak 3 enz. enz.
Heeft ze alle vakken gehad, dan gooit ze haar steentje in de lucht, vangt het op de rug van haar hand op en springt zo nog eens op een been alle vakken door.
Wanneer ze dit gedaan heeft gaat zij met haar rug naar de djompo-foetoe gekeerd staan en gooit het steentje dat nog steeds op haar handrug is over haar hoofd in een van de vakken. ( Komt het steentje in vak 5 terecht dan is haar beurt voorbij en zal ze moeten wachten op een volgende beurt om een boena te kunnen maken ).
Lukt het haar wel om achterover het steentje in een van de vakken te gooien, dan heeft dan zij in dat vak één "boena" gemaakt, en mag hierin een teken maken, b.v. een vertikale lijn trekken of haar initialen plaatsen. Zij mag nu ook in het vak waar ze haar boena heeft, net als in vak 5 rusten.
|