|
ONDERDELEN Afro-Surinamers |
| |
| SURINAME AFDELINGEN - Bevolking - - Traditionele Afro-Surinamers
terug
Bevolking Suriname.
De Traditionele Afro-Surinamers.
VERWANTSCHAPSVORMEN.
De verschillende groepen hebben alle een eigen matrilineaire structuur, die niettemin in grote trekken overeenkomt. Dit ondanks het feit dat zij oorspronkelijk zijn samengesteld uit zowel matrilineaire als patrilineaire groepen. De reden waarom het matrilineaire patroon (zij het met enkele partrilineaire trekken, maar dat verschijnsel is niet ongewoon) door allen is aanvaard, is nog niet bevredigend verklaard in de desbetreffende literatuur. Elke stam is onderverdeeld in een aantal matrilineaire, veelal exogame clans, 'lo' genaamd.
De lo is samengesteld uit een aantal matrilineages, de 'bere', waarvan de omvang bepaald wordt door het aantal familieleden dat zich tot een zelfde stammoeder acht te behoren (gewoonlijk een paar generaties terug). De leden van een lo bewonen in principe een zelfde dorp. Het grootopperhoofd wordt uit een van de lo's, meestal dezelfde, gekozen. De lo's hebben verder elk een eigen hoofdkapitein, per dorp.
Op elk dorp zijn verder nog kapiteins en onderkapiteins of basja's. Elke bere heeft een aantal ouderen, die beslissingen kunnen nemen en zitting kunnen nemen in de vergaderingen, gehouden met de hoofden. De verkiezing van opvolgers verloopt gewoonlijk volgens de matrilineaire lijn; men kan bijv. de zoon van moeders broeder kiezen. Het bestuur wordt voor zover het dagelijkse zaken betreft per dorp geregeld, familiezaken binnen of tussen de betrokken families. De band binnen de bere is sterk ontwikkeld en uit zich in het aanvaarden van verantwoordelijkheid voor alles wat zich daar voordoet en in saamhorigheid tegenover de buitenstaanders. De bere boet voor of profiteert van daden van zijn leden en zal meebetalen aan boetes, verplichtingen en offerandes, opgelegd aan een van zijn leden.
De man heeft gewoonlijk meer dan één vrouw; vaak wonen dezen in verschillende dorpen aan de rivier (de verkeersader bij uitstek) en bij hun eigen familie van moederskant. Een man kan zich zoveel vrouwen permitteren als hij kan onderhouden: dat houdt in dat hij elk van haar van een hut, een boot, huishoudelijke artikelen en op geregelde tijden van een nieuw ogengehakt stuk oerwoud moet kunnen voorzien. Het laatste om er het voedsel op te verbouwen en te oogsten, waarvoor zij zorgt, evenals voor het koken voor man en kinderen.
BESTUUR, RECHTSPRAAK.
Aan het hoofd van een stam staat het grootopperhoofd, de Granman, bij voorkeur steeds uit dezelfde 'lo' gekozen. Hij wordt bijgestaan door een aantal hoofdkapiteins, ieder hoofd van een lo, door kapiteins, dorpshoofden met onder zich een aantal basja's als assistenten en een aantal notabelen (oudere mannen, hoofden van matrilineages).
Zodra religieuze kwesties een rol spelen in bestuurszaken - en dit is veelal het geval - treden de priesters mede op als bestuurders. De Granman wordt gekozen uit de lo van zijn voorgangers en uit diens matrilineage. Dit geldt ook voor de kapiteins, zij het dat de keuze beperkter is: vaak is het een broer of moeders-broer. De functie van Granman is soms gecombineerd met die van opperpriester. In ieder geval wordt een eventuele opvolger opgeleid in de kennis van zowel bestuurlijke als religieuze zaken.
De Granman wordt gekozen en geïnstalleerd door zijn stam. Het Surinaamse gouvernement bekrachtigt de benoeming officieel en kent hem een salaris toe. Andere emolumenten zijn: een huis op zijn residentie en een in de stad, een buitenboordmotor voor het vervoer op de rivier, ambtskleding. Van de benoeming van kapiteins en andere bestuurders wordt de Regering op de hoogte gesteld. Ook zij krijgen een salaris. Voor het uitoefenen van de bestuurstaak komen de notabelen in vergadering (kroetoe) bijeen. Het is afhankelijk van aard en omvang der te behandelen zaken of men 'en famille' binnen de lo, per dorp, per aantal dorpen of op de residentie van de Granman bijeenkomt. Bij moeilijke zaken kan men steeds in hoger beroep gaan. Slechts voor ernstige misdrijven (moord, doodslag) wordt de regering in Paramaribo ingeschakeld.
CULTUREEL LEVEN.
WOONCULTUUR.
De hutten zijn klein en laag. Terwijl de Indiaan steeds een zandbodem kiest, wonen de Traditionele Afro-Surinamers ook op een klei of leemgrond. Het geraamte van de hutten bestaat uit ruw bekapte rondhouten, die met palmbladeren of koemboe-loof worden gedekt. Het dak reikt aan twee zijden tot de grond; de opengebleven driehoekige 'gevels' zijn met palissaden of cederhouten planken beslagen, met reten ertussen om licht en lucht door te laten of met gevlochten palmbladeren afgesloten. In een van beide gevels is de rechthoekige, zeer lage deur aangebracht.
Een gedeelte van de hut bevat soms een soort van lage zolder van naast elkaar gelegen palissaden. Enkele hutten worden op hoge palen gebouwd en zijn voorzien van een vloer. Meestal is het in de hutten zeer donker en als er een vuur wordt aangehouden, zwart van de rook. Aan de deurzijde wordt vaak, met een paar posten, gedekt met bladeren, een afdak gebouwd waaronder dan gekookt wordt en waar het keukengerei wordt opgeborgen. In de eigenlijke hut vindt men, behalve soms met koperen spijkertjes versierde en kunstig besneden bankjes, geen meubels, wel soms een van reliëf snijwerk voorzien of à jour bewerkt houten tafeltje.
Kledingstukken vinden een plaats op de dwarslatten, die men zolder zou kunnen noemen. In een hoek hangen de hangmatten met katoenen gordijnen tegen de muskieten maar men slaapt ook op ruwe britsen van palissaden. De bodem en de omgeving van de hut worden steeds met een bezem grondig schoon gehouden. De maaltijden, waarbij de mannen, op de lage bankjes in een kring gezeten, eerst afzonderlijk eten, daarna de vrouwen, worden in de open lucht, onder het afdak of in de hut gehouden; vorken worden niet gebruikt, wel kalebaslepels of de vingers.
|
naar boven
Ontwerp © Webteam Suriname - Afdeling Suriname - Zwartenhovenbrugstraat - Paramaribo - Last update:
|
|
|
| | |