|
ONDERDELEN Afro-Surinamers |
| |
| SURINAME AFDELINGEN - Bevolking - - Traditionele Afro-Surinamers
terug
Bevolking Suriname.
Traditionele Afro-Surinamers of Marrons.
De Traditionele Afro-Surinamers ( personen met een meer traditionele cultuur en samenleving gebaseerd op Surinaams-Afrikaans model hebben en zich zelf Surinaamse Marrons noemen ) [De Tradas].
De Traditionele Afro-Surinamers zijn in stammen verenigde, nakomelingen van gevluchte Surinaamse plantageslaven. Men onderscheidt de volgende stammen:
1. Aucaners en nDjuka's, aan Tapanahony, Cottica en Boven-Commewijne en Sarakreek;
2. Saramaccaners aan de Boven-Suriname;
3. Matoeari, aan de Boven-Saramacca;
4. Paramaccaners, aan de Marowijne boven de Armina-stroomversnellingen;
5. Boni, in het Lawagebied;
6. Kwinti, aan de Beneden-Saramacca.
GODSDIENST.
De Traditionele Afro-Surinamers leefden, zoals hierboven is beschreven, al sedert de 17de eeuw in de binnenlanden van Suriname in georganiseerde groepen die hun cultuurpatroon ontleenden aan dat van hun Afrikaanse stamland. Dat patroon bestond uit een samensmelting van verschillende elementen, daar elk van de groepen was samengesteld uit slaven, of kinderen van slaven, afkomstig uit verschillende delen van West-Afrika.
Hoewel historici vrij precies kunnen nagaan uit welke stammen in West-Afrika de naar Suriname gevoerde slaven afkomstig waren, weet men niet uit welke stamleden de verschillende groepen zijn opgebouwd. Wel is een aantal belangrijkste elementen uit hun cultuurpatroon terug te voeren tot een gebied dat linguïstisch tot de Kwa-talen behoort: de Akan (in het tegenwoordige Ghana), de Ewe (Togo), Fon (Dahomey), Yoroeba (West-Nigeria) en lbo (Niger delta). De stammen die tot de Akangroep behoren, hebben een matrilineaire structuur, de Fon, Yoroeba en lbo een patrilineaire. De invloed van het Kongo (Zaïre, Angola) op met name het Saramaccaans is overtuigend aangetoond.
De Traditionele Afro-Surinamers hebben zelf geen geschreven geschiedenis: hun historie wordt mondeling doorgegeven. Hoewel zij zich zeer bewust zijn van hun Afrikaanse afkomst, begint die orale overlevering bij de tijd van hun strijd om de vrijheid, met andere woorden bij de 'weglooptijd' (lowe-ten). Zij weten van sommige gebruiken, rituelen, goden, dat die van Afrikaanse herkomst zijn, maar niet van welk land of welke stam.
Het besef dat Afrika het land is van hun voor ouders, is echter levend, zoals o.m. bleek bij een in 1974 door granmans gemaakte reis naar de gebieden van herkomst van hun voorouders in Afrika.
In de religie kan men dezelfde categorieën onderscheiden die bij de Westafrikaanse stammen een rol spelen, t.w.: een Hoogste Wezen, pantheons van goden, speciale goden, voorouderverering, diverse bos en watergoden, orakels, magisch werkzame voorwerpen en wezens, priesterdom, hekserij.
Het cultuurpatroon zou men in het kort aldus kunnen weergeven: alles wat met het dagelijkse, menselijke bestaan te maken heeft: geboorte, ziekte, dood, rijkdom en armoede, succes en mislukking, goede oogst en misoogst, staat in nauw verband met de bovennatuurlijke wereld. Tot deze wereld kan men zich wenden om advies. Dat doet men via een priester die zich tot diegene van de bovennatuurlijke wezens wendt die het beste uitsluitsel kan geven. Men heeft te maken met een hiërarchische structuur, waarin het opperwezen, Nana Kediampon, zijn macht heeft gedelegeerd aan een drietal pantheons, die de elementen aarde, lucht en water regeren.
Elk pantheon heeft een hoofdgod en een aantal nevengoden, elk met een specifieke functie. Naast die godenpantheons speelt een tweede vorm van bovennatuurlijk bestaan een belangrijke rol: die van de voorouders. Dezen kunnen via een priester voor de mens intermediëren bij de goden, maar spelen ook een onafhankelijke rol.
Ten slotte zijn er nog vele bovennatuurlijke machten die gewoonlijk hun 'woonplaats' hebben in bomen, rivieren, rotsen of bepaalde dieren en die ook hun invloed op het lot der mensen kunnen doen gelden. Geluk of ongeluk hangt samen met het kennen van de wensen van deze onzichtbare en onberekenbare machten. De priester kan door raadplegen van die machten advies geven over de te brengen offers, de te volgen leefregels, hij kan uitleggen waar men gefaald heeft, waardoor de gramschap van een der genoemde machten is opgewekt en hoe men dat weer goed kan maken.
Dat raadplegen gebeurt gewoonlijk door het 'oproepen' van de betrokken macht, dat wil zeggen de priester - of zijn medium - raakt met behulp van trommelmuziek en zang in trance, de god neemt bezit van hem en 'spreekt' via hem. De priester interpreteert zijn woorden en geeft het door aan de vragensteller. Een andere vorm is het raadplegen van een 'orakel'. Dat kan op verschillende wijzen geschieden. Eén ervan gaat als volgt: op een lange plank ligt een uit magische voorwerpen bestaande bundel, waarin de essentie van de orakelgod vertegenwoordigd is. De plank wordt door twee mannen, de 'dragers', bij de uiteinden op het hoofd genomen. Nu begint de priester de vragen te stellen waar zijn 'patiënt' het antwoord op wenst. Die antwoorden - in de vorm van ja of nee knikken, kwaad weglopen of goedkeurend rondstappen - worden door het orakel doorgegeven en uitgevoerd door de dragers. Deze vorm van ondervragen gebeurt ook bij de dood. Daarbij wordt de overledene op een plank rondgedragen en de priester ondervraagt hem naar de oorzaak van zijn dood. Die kan zeer vaak van bovennatuurlijke of semi-bovennatuurlijke aard zijn.
Een voorbeeld van de eerste vorm: men heeft gezondigd tegen goddelijke wetten en is daarvoor met de dood gestraft; een voorbeeld van de tweede vorm: een heks heeft door 'zwarte magie' uit te oefenen de dood veroorzaakt.
Zoals hierboven reeds bleek spelen de voorouders een rol in het bestaan van de Marrons als intermediair tussen mens en goden. Zij worden geacht zich in de omgeving van de goden te bevinden en de belangrijke vooroudergeesten beraadslagen met hen over het lot der mensen. Elke clan en elk onderdeel van de clan (zie ook: Verwantschapsvormen) heeft een altaar of gebedspaal waarbij geofferd en gebeden wordt tot de eigen voorouders. Evenals de goden kan een voorouder 'bezit nemen' van een mens en via het medium waarschuwen voor gevaren en remedies voor ziekten aanraden. Hij kan zich ook tekort gedaan of beledigd voelen en veranderen in een wraakgeest, die zonder aanzien des persoons ongeluk en dood kan veroorzaken. Vele gevallen van ongeluk als ziekte, dood en misoogst worden aan hekserij toegeschreven. Men kan iemand van hekserij verdenken, maar niet beschuldigen; pas na de dood, wanneer het lijk als boven beschreven naar de oorzaak van zijn overlijden wordt gevraagd, kan blijken dat de overledene een heks was. Slechts medicijnmannen met sterke bovennatuurlijke afweermiddelen kunnen de mens tegen hekserij beschermen.
Een beter middel is om zich tot de orakelgod der nDjuka's te wenden en zich door een 'eed' van zijn bescherming te verzekeren. Behalve door de nDjuka's wordt dit middel ook wel door anderen te baat genomen.
|
naar boven
Ontwerp © Webteam Suriname - Afdeling Suriname - Zwartenhovenbrugstraat - Paramaribo - Last update:
|
|
|
| | |