|
| |
| SURINAME AFDELINGEN - Bevolking - - Libanezen
terug
Bevolking Suriname.
De Libanezen.
De Libanezen vormen in Suriname een kleine groep. Zij hadden een aanzienlijk deel van de textielmarkt, in het bijzonder van dameskledingstoffen, in handen. Hun aantal in Suriname is beperkt, waarschijnlijk ca. 500 personen, maar zij hebben zich in het recente verleden zo nadrukkelijk als importeur en detaillist in de textielbranche gespecialiseerd dat zij een typerende - en economisch succesvolle - handelsgroepering in Paramaribo zijn geworden.
De eerste Libanezen zijn waarschijnlijk in de jaren negentig van de vorige eeuw naar Suriname getrokken.
Zij zijn niet geworven als contractarbeiders voor de plantages, maar geheel vrijwillig gekomen. Hun trek
naar Suriname is niet meer dan een klein deel van de grote uitwaaiering die vooral de laatste 75 jaar vanuit
Libanon naar het buitenland heeft plaatsgevonden.
Meer dan de helft van de Libanezen woont buiten Libanon. De migratie vanuit Libanon naar Suriname is relatief laat op gang gekomen. De eerste immigranten
kwamen niet rechtstreeks uit Libanon, maar via Cayenne of de Engelse eilanden in het Karaibisch gebied.
Pas toen een aantal Libanezen in Suriname meer vaste voet had gekregen, ontstond er een rechtstreekse migratie. Opvallend is dat de meeste Libanezen in Suriname uit één dorp afkomstig zijn, nl. Bazhoun, een Maronitisch dorp nabij Tripoli ( Maronieten zijn een christelijke volksgroep van Syrische oorsprong ). Hierdoor zijn de meesten aan elkaar verwant. Uit dit dorp zijn ook inwoners naar andere gedeelten van het Karáibisch gebied getrokken, wat tot gevolg heeft dat de Libanezen in Suriname over een `multinationaal' netwerk van contacten beschikken.
Voor zover uit het grondmateriaal van de eerste algemene volkstelling valt af te leiden - andere bronnen
zijn niet beschikbaar - woonden er in 1921 ca. 60 Libanezen in Paramaribo en een veel kleiner aantal in Albina en Nieuw-Nickerie. In het begin van de eeuw voornamelijk als marskramers en marktverkopers, later veel meer als kooplieden en winkeliers. Uit het register van de Kamer van Koophandel blijkt dat zij in 1939 bijna de helft van de betere textielzaken in Paramaribo in handen hadden.
Hun opkomst in de handel wordt door de Libanezen zelf toegeschreven aan een gemeenschappelijk `slagen', via een systeem waarin men elkaar bijstond. Als vreemdelingen in de kolonie was de handel voor hen verreweg de gemakkelijkste ingang.
Na de Tweede Wereldoorlog hebben zij hun economische posities in de handel succesvol uitgebouwd en gingen zij behoren tot de rijkere groeperingen. Terwijl bijvoorbeeld in 1950 slechts een gemiddelde van 4% van alle huishoudens in Paramaribo vermogensbelasting betaalde, bedroeg het percentage onder de Libanezen dat vermogensbelasting betaalde ongeveer 60%. Zowel hun rol in de import als in de detailhandel - die veelal binnen hetzelfde bedrijf uitgeoefend worden - is belangrijk. In hun winkels richten zij zich niet, zoals in het begin van deze eeuw, op de armeren, maar vooral op de meer gegoeden. Het aantal zaken heeft zich bovendien sinds de oorlog gestaag uitgebreid en ligt thans waarschijnlijk boven de veertig.
De Libanezen die naar Suriname zijn gekomen, hebben zich daar permanent gevestigd. Er is nog steeds
een heel kleine immigratievan familieleden uit Libanon en uit landen in het Karáibisch gebied. Remigratie naar Libanon vindt niet plaats.
Zij bezitten in Suriname slechts een zwak gevoel van een eigen culturele identiteit. Er zijn bijvoorbeeld onder de in Suriname geborenen weinig die, - zulks in tegenstelling tot de meeste ouderen -, Arabisch kunnen lezen en schrijven. De `Libanistenclub', waar zij voorheen veel bijeenkwamen, is omstreeks 1960 opgeheven.
In het algemeen hebben zij zich de laatste decennia sterk gericht op invoeging in de Surinaamse samenleving. Zo hebben zij zich vrijwel allen laten naturaliseren. Deze invoeging in Suriname is vergemakkelijkt door hun religie. Als Maronieten sloten zij zich aan bij de Rooms-Katholieke Kerk, waarvan de geestelijkheid naast Suriname ook Nederland en het Nederlandse onderwijs binnen hun gezichtsveld bracht. Typerend voor de Libanezen is de nadruk die zij op het onderwijs aan de kinderen hebben gelegd.
De meerderheid van de jongeren is niet in de textielhandel werkzaam en heeft academische functies.
Hun culturele invoeging in de Surinaamse samenleving gaat de laatste decennia in toenemende mate gepaard met het sluiten van huwelijken buiten de eigen groep. Terwijl de migratie een gezinskarakter droeg, werd er aanvankelijk ook in Suriname voornamelijk met groepsgenoten getrouwd, die soms van de Karáibische eilanden gehaald werden. Het merendeel van de huwelijken is thans `gemengd', zodat de Libanese groep ook in dit opzicht meer opgaat in de Surinaamse samenleving.
|
naar boven
Ontwerp © Webteam Suriname - Afdeling Suriname - Zwartenhovenbrugstraat - Paramaribo - Last update:
|
|
|
| | |