suriname Naar Voorpagina

  


   
ONDERDELEN
Joden
 suriname nu  Joden  1
 suriname nu  Joden  2
 suriname nu  Joden  3
 suriname nu  Joden  4

Onderwerpen
Bevolking
 suriname nu  Afro-Surinamers
 suriname nu  Boeren
 suriname nu  Chinezen
 suriname nu  Hindostanen
 suriname nu  Inheemsen
 suriname nu  Javanen
 suriname nu  Joden
 suriname nu  Libanezen

AFDELINGEN
  suriname nu Algemeen
 suriname nu De Douane
  suriname nu Telefoonboek
  suriname nu Bevolking
  suriname nu Distrikten
  suriname nu Reis info
  suriname nu Cultureel erfgoed
  suriname nu Geschiedenis
  suriname nu Foto's
  suriname nu Natuur
  suriname nu Personen
  suriname nu Koken / recepten
  suriname nu Vragen over NIBA
  suriname nu Wat is ANDA

     
 SURINAME  suriname nuAFDELINGEN - suriname nu Bevolking - - Joden

 suriname . NU terug
 



Bevolking Suriname.    

   De Joden



JODEN IN SURINAME.

Omtrent het juiste tijdstip van de oudste vestiging van joden in Suriname bestaat geen zekerheid. Kort na 1632 zouden joden uit Holland en Italië zich aan de Boven-Suriname hebben gevestigd. In 1652 kwam met Lord Willoughby een aantal Engelse joden in de kolonie, die zich op de Savanne bij de Cassiporakreek vestigden.

In Cayenne, toentertijd onder Nederlands bestuur, hadden zich vele joden uit Brazilië gevestigd, nadat laatstgenoemd land in 1654 door de Portugezen op de Hollanders heroverd was. Aan David Nassy en zijn medestanders was bij reglement van de Raad van XIX van de West-Indische Compagnie (1659) vergund om een kolonie in Cayenne te stichten. In 1664 werd Cayenne door de Fransen in bezit genomen en werden de joden en de Nederlanders vandaar verdreven; zij togen toen naar Suriname. Volgens S. Oppenheim ( Publications American Jewish Historical Society, no. 16, 1901 ) zouden de Cayennejoden niet rechtstreeks naar Suriname zijn vertrokken, doch zich eerst hebben gevestigd in de toentertijd Hollandse kolonies Pomeroon en Essequibo ( in het tegenwoordige Guyana ) en zouden zij pas na de verwoesting van hun plantages door de Engelsen in 1666 naar Suriname zijn gekomen; dit wordt door Rens betwijfeld.

DE PORTUGEES-JOODSE GEMEENTE 'BERACHA VE SALOM' TE JODENSAVANNA

De stichting der Portugees-Joodse Gemeente in Suriname heeft, aldus Bijlsma (1920), blijkens de gegevens in het kerkelijk archief waarschijnlijk in het jaar 5422 (1661 /1662) plaatsgehad. Op 17 aug. 1665 verkreeg de 'Hebreeuwsche Natie ( Joodse Natie ) van het Engelse koloniale gouvernement belangrijke privilegiën, o.a. vergunning tot vrije uitoefening van godsdienst en het bouwen van 'places of worship and schools' op 'ten acres land at Thorarica' (de divisie Thorarica, thans district Suriname).

Na de verovering van Suriname door de Hollanders wendde de 'Joodsche Natie' zich tot gouverneur Lichtenberg met een adres waarin bevestiging van de privilegiën werd gevraagd, alsmede erkenning van enige andere voorrechten. Tot de ondertekenaars behoorden o.m.: Nassy ( David en Samuel ), Arrias, De Prado, De Silva, De Fonseca, Meza, Nunes, Da Costo en d'Acosta. Bij beschikking van 1 okt. 1669 werd de Joodse Natie provisioneel in het genot bevestigd van hetgeen waarom was gevraagd.

De kerkelijke gemeente droeg de naam 'Beracha Ve Salom' ( Zegen en Vrede ) en werd bestuurd als een 'filaçao' van de Amsterdamse gemeente, waarvan zij de gewoonten en gebruiken volgde. Het bestuur der gemeente - in bijzonderheden geregeld in Ascamoth (reglementen) - was opgedragen aan het college van de Senhores do Mahamad. Behalve als kerkelijk bestuurscollege fungeerde de Mahamad tevens als rechtbank voor kleine civiele zaken (tot een bedrag van 10000 pond suiker, gelijkgesteld aan f 500). In de loop der jaren heeft het niet aan pogingen ontbroken om inbreuk op de privilegiën te maken; in 1825 werden zij formeel afgeschaft.


DE PORTUGESE GEMEENTE TE PARAMARIBO ( NEDERLANDS PORTUGEES ISRAËLIETISCHE GEMEENTE IN SURINAME )

Ofschoon het centrum der joodse gemeenschap Jodensavanna was, woonde een deel der joden evenwel sedert het begin der 18de eeuw om en nabij Paramaribo . In 1716 werd door het gouvernement een erf aan de Keizerstraat afgestaan aan de joodse gemeente te Paramaribo voor de bouw van een synagoge. In 1718/1719 was men met de bouw begonnen. In 1720 werd de synagoge, `Neve Salom' ( Huis des Vredes ) genaamd, ingewijd. In 1735 werd de synagoge, nadat een aparte Hoogduitse Gemeente was gevormd, aan deze gemeente afgestaan (zie hieronder). De Portugese joden bouwden daarna een nieuw gebedshuis aan de Herenstraat te Paramaribo, hetwelk in 1736 werd ingewijd; er werd de naam `Sedek Ve Salom' ( Rechtvaardigheid en Vrede ) aan gegeven.

Aanvankelijk bleef de synagoge op de Jodensavanna reglementair zijn belangrijke functie als centrum van de Portugees-joodse gemeenschap behouden. De poging van de joden om daar landbouwkolonisatie te bedrijven is binnen het raam van de Europese landbouwkolonisatie zeer belangrijk geweest. In het eerste kwart van de 19de eeuw kwam het centrum van de joodse gemeenschap evenwel in Paramaribo te liggen. De gemeente werd thans aangeduid met de benaming van `Nederlandsch Portugeesch Israëlietische Gemeente in Suriname'. In 1854 werd de synagoge vergroot en geheel gerestaureerd; het honderdjarig bestaan ervan werd in 1886 feestelijk herdacht. Op het ruime synagogeterrein bevinden zich nog een vergaderzaal, een Leraarswoning en een woning voor de bode-bewaarder. In 1857 werd het Armenfonds der Nederlandsch Portugeesch Israëlietische Gemeente opgericht. Het huidige reglement der gemeente trad op 1 jan. 1894 in werking. In 1906 werd het archief der gemeente tot 1864 naar het Rijksarchief in Den Haag overgebracht.


DE HOOGDUITSE GEMEENTE TE PARAMARIBO ( NEDERLANDS ISRAËLIETISCHE GEMEENTE IN SURINAME )

De oudste vestiging van joden in Suriname betrof Sefardische ( Portugese ) joden; naderhand kwamen er ook Asjkenazische ( Hoogduitse ) joden, veelal uit Polen en Rusland, in ons land. Omtrent het tijdstip van aankomst van de eerste Asjkenaziem tasten wij in het duister; in 1690 was hun aantal aangegroeid tot 10 à 12 families (40 à 50 personen). Aanvankelijk waren de Hoogduitse joden aangesloten bij de Portugese Gemeente. De in 1720 ingewijde synagoge ( zie hierboven ) werd bezocht door Hoogduitsen en Portugezen. Onderlinge twisten maakten dat er een scheiding kwam tussen de beide groepen. Het besluit daartoe werd reeds in 1724 genomen. Omtrent de geschillen waartoe dit besluit aanleiding gaf, riep de gouverneur in 1729 de beslissing in van de directeuren van de Geoctroyeerde Sociëteit. Bij hun resolutie van 6 jan. 1734 werd de separatie uitgesproken. Op 11 juni 1734 vergaderden de `Regenten der Hoogduytse Joodse Naetie' voor het eerst.

Op 5 jan. 1735 werd ten overstaan van gouverneur De Cheusses de zgn. Akte separatie ondertekend, waarbij bepaald werd dat het bedehuis `Neve Sa- lom' door drie personen zou worden getaxeerd en dat de Hoogduitse groep de synagoge zou behouden, doch binnen zes weken de helft van het getaxeerde bedrag zou betalen; de Portugese joden mochten, zolang zij nog geen eigen synagoge hadden, van de Hoogduitse synagoge gebruik blijven maken. De scheidingsakte werd, behalve door gouverneur De Cheusses, getekend door Samuelsz d'Avilar, Isaac Carilho, A. Pinto Jr., Jeosuah C. Nassy als `gequalificeert voor de Portugese joden' en door Salomon Jos. Levij, Jacob Meyers, Wolf Salomons, Jacob Arons Polak en Gerrit Jacobs voor de Hoogduitsejoden. Op 12 juli 1735 werd de som van f 2912 en 20 stuivers, `zijnde de geregte helfte van de prisatie' door de `Opsigters der Hoogd. Jooden' betaald.

Vermeldenswaard is dat de Hoogduitse joden de Portugese ritus bleven volgen. De Hoogduitse joden deelden in de privilegiën, eertijds aan de Portugese Israëlieten toegestaan wat eredienst en burgerrecht betreft, met uitzondering echter van de eigen civiele justitie. Naast de algemeen geldende godsdienstvoorschriften voor de joden was het nodig voor de gemeente aparte voorschriften te maken. Deze instellingen of Escamoths ( later: Ascamoths ), die in 1745 door gouverneur Mauricius werden goedgekeurd, zijn voor een groot deel bewaard gebleven in het archief van de Nederlands Israëlietische Gemeente.

Het zeer brede scala van onderwerpen dat daarin is behandeld en vastgelegd, geeft een goed beeld van het joodse leven in Suriname in de 18de en het begin van de 19de eeuw. Het in 1820 gevierde eeuwfeest van de oude synagoge vormde een hoogtepunt in het bestaan der gemeente, evenals de bouw van de nieuwe ( huidige ) synagoge, nagenoeg op dezelfde plek, waarvan de eerste paal werd geslagen door Z.K.H. Willem Frederik Hendrik, derde zoon van de latere koning Willem II, op 6 Tamuz 5595 (3 juli 1835).

Deze synagoge, die tijdens en na de Tweede Wereldoorlog bezocht werd door leden van het Oranjehuis, is een van de belangrijkste 19de-eeuwse bouwwerken van Suriname. In aanvulling op de beschrijving van Temminck Groll valt de zeer goede akoestiek van het gebouw te noemen, die het de voorganger vanaf de tebah ( verhevenheid ) mogelijk maakt zonder stemverheffing overal duidelijk verstaanbaar te zijn. De vloer is bedekt met savannezand, evenals dit het geval is in de synagoge van de Nederlands Portugees Israëlietische Gemeente; zulks komt slechts in enkele andere synagogen elders voor. Als verklaring ervoor wordt wel opgegeven dat het zand zou herinneren aan de tabernakel in de woestijn waarvan de vloer uit zand bestond. Een andere verklaring is dat het zand bedoeld zou zijn ter demping van het geluid van voetstappen op de houten vloer. Een belangrijk deel van het interieur is vervaardigd van massief mahoniehout, zoals de preekstoel, die op verzoek van opperrabbijn Lewenstein werd aangebracht en die in een synagoge als zeer zeldzaam kan worden beschouwd. Het gebouw telt 500 zitplaatsen. In 1911 werden de kaarsen in de kroonlampen vervangen door gaslampen. In enkele kronen werd de kaarsverlichting gehandhaafd; deze wordt bij zeer belangrijke gebeurtenissen ontstoken. In 1934 werd overgeschakeld op elektriciteit. Op het ruime synagogeterrein bevinden zich nog een ritueel badhuis, een woning voor de sjamaas ( koster ) en een mahamad ( vergaderzaal ); in de jaren zestig werd ter plaatse een leraarswoning gebouwd.

Het Armenfonds der Nederlands Israëlietische Gemeente dateert van 1835. Het huidige reglement der gemeente trad op 15 maart 1895 in werking.






suriname . NU  naar boven



Ontwerp © Webteam Suriname - Afdeling Suriname - Zwartenhovenbrugstraat - Paramaribo -
Last update: