|
ONDERDELEN Afro-Surinamers |
| |
| SURINAME AFDELINGEN - Bevolking - - Chinezen
terug
Bevolking Suriname.
De Chinezen.
Chinezen vormen een van de kleinere etnische
groeperingen. In 1971 rekenden 6400 personen, d.i.
1,7% van de bevolking, zich tot de Chinese groepering.
Doordat kinderen uit gemengde verbintenissen cultureel
veelal in andere groeperingen (m.n. de Afro-Surinaamse)
opgaan en zich daartoe ook rekenen te behoren, is het
aantal personen met een gedeeltelijk Chinese
afstamming veel groter, wat o.m. blijkt uit de vele
Chinese namen onder de Afro-Surinamers.
De eerste Chinezen zijn in de 19de eeuw gekomen als
contractimmigranten voor de plantages. Later heeft de -
migratie zich voortgezet als een vrije immigratie. Zij
spelen thans economisch een belangrijke rol in de
handel én in de zgn. vrije en administratieve beroepen.
Terwijl de uit China gekomenen aan veel trekken van
hun eigen cultuur vasthouden, hebben de in Suriname
geborenen zich veel meer gevoegd in het geheel van de
Surinaamse maatschappij.
DE CONTRACTIMMIGRATIE.
De komst van de eerste Chinezen naar Suriname
dateert van 1853. Bij de naderende afschaffing van de
slavernij in Suriname (1863) brak een discussie los over
het aantrekken van vervangende arbeidskrachten.
Volgens de ene opvatting diende de overheid, die de
slaven - beschouwd als levensvoorwaarde voor
Suriname-vrijliet, hiervoor te zorgen, volgens de andere
was dit een zaak voor de ondernemers zelf. In 1862
overwon in het Nederlandse parlement de laatste
zienswijze. Gezien het feit dat Engeland en Frankrijk, in
een poging verkapte slavernij te voorkomen, geen
arbeiderswerving op particuliere basis in hun koloniën
toestonden en pogingen met werkkrachten uit het
Karaïbisch gebied, Madeira en Europa om verschillende
redenen niet succesvol gebleken waren, richtten de
planters hun aandacht op China.
In 1853 was door de Surinaamse overheid een eerste
groepje uit Java afkomstige Chinezen aangetrokken.
Tussen 1858 en 1870 werden ruim 2500 Chinezen
onder contract vanuit China gehaald, de eerste groep
van 500 van regeringswege, daarna op particulier
initiatief, sedert 1865 door de daartoe te Amsterdam
opgerichte 'Immigratie-Maatschappij', die in die vijf
jaar ca. 2000 Chinezen uit Hong Kong wierf. Daarna
stopte men er in Suriname mee: de Chinezen waren te
duur in verhouding tot hun rendement.
Na afloop van
hun vijfjarig contract verlengden de meesten dit niet en
gingen, indien zij al bleven, in elk geval vrijwel nooit in
de landbouw. Hun teruggaan had mede zijn oorzaak in de
bijna-onmogelijkheid Chinese vrouwen aan te trekken.
Voor het aangaan van een arbeidscontract voor het
buitenland had een Chinees de toestemming nodig van
zijn clanraad; getrouwde vrouwen kregen deze nooit.
Van het voorgeschreven percentage vrouwen per
aangeworven groep stapte men dan ook als niet
haalbaar spoedig af.
De immigranten uit Zuid-China behoorden in hoofdzaak
tot twee volken, t.w. de in Kwantoeng levende Hakka
Chinezen (die oorspronkelijk uit Noord-China kwamen;
zij zijn thans de belangrijkste groep onder de Surinaamse
Chinezen) en de Hoklo-Chinezen uit Foetjien. Ze
hadden elk hun eigen gewoonten, zeden en taal en
kenden onderling een sterke animositeit. De meningen
in Suriname over de Chinezen waren sterk verdeeld.
Jurist en Statenlid Van Praag zag hun aanwezigheid niet
gaarne wegens hun 'zedeloosheid', hun 'onder de markt
werken' (bij vrije arbeid), waardoor zij de Afro-Surinamers uit de
markt werkten, en door het feit dat hun komst een
nieuw raselement toevoegde, wat aanleiding tot
spanningen zou kunnen gaan geven.
Hiertegenover
stonden degenen die dat 'onder de markt werken' juist
een groot voordeel vonden, de enige manier om de
kolonie er weer bovenop te krijgen. Door de, ondanks
officiële pogingen dit te voorkomen, verwording van de
zgn. 'koeliehandel' verbood China alle
contractemigratie (alleen vrije emigratie onder
staatstoezicht werd nog toegestaan), sloot Engeland in
1870 de haven van Hong Kong voor georganiseerde
emigratie anders dan naar Britse bezittingen en werd
Portugal door gecombineerde Chinees-Engelse druk
gedwongen hetzelfde te doen met de haven van Macao
(1875). De Nederlandse regering zag toen in dat zij niet
langer afzijdig kon blijven en besloot zelf de werving
van arbeidskrachten ter hand te nemen.
|
naar boven
Ontwerp © Webteam Suriname - Afdeling Suriname - Zwartenhovenbrugstraat - Paramaribo - Last update:
|
|
|
| | |