suriname Naar Voorpagina

  


   
ONDERDELEN
POLITIE
 suriname  Politie 1
 suriname  Politie 2
 suriname  Politie 3
 suriname  Politie 4
 suriname  Politie 5
 suriname  Politie 6
 suriname  Politie 7
 suriname  Politie 8
 suriname  Politie 9
 suriname  Politie 10

ONDERWERPEN
Geschiedenis
 suriname  Immigratie Algemeen
 suriname  Javaanse immigratie
 suriname  Donko's tot Guides
 suriname  Brieven v. Wetten
 suriname  Suriname bevolkt
 suriname  Slavernij
 suriname  De 20 ste eeuw
 suriname  Indianen (oorspr.)
 suriname  Paramaribo
 suriname  Albina
 suriname  Mariënburg
 suriname  Oude kaarten
 suriname  Archieven-wijzer
 suriname  Post en postzegels
 suriname  Batavia
 suriname  Goslar
 suriname  Goud-zaken
 suriname  Geld-zaken
 suriname  Het Park
 suriname  Korps Politie
 suriname  Treinen
 suriname  Forten
 suriname  Westgrens
 suriname  Samenvattingen
     ( Engels )


AFDELINGEN
  suriname Algemeen
 suriname De Douane
  suriname Telefoonboek
  suriname Bevolking
  suriname Distrikten
  suriname Reis info
  suriname Cultureel erfgoed
  suriname Geschiedenis
  suriname Foto's
  suriname Natuur
  suriname Personen
  suriname Koken / recepten
  suriname Vragen over NIBA
  suriname Wat is ANDA

     
 SURINAME  surinameAFDELINGEN - suriname Geschiedenis - - POLITIE

 suriname . NU terug
 






  Geschiedenis Korps Poltie



De periode 1973 - 1995

Op 1 januari 1973 begon voor de politie in Suriname een nieuwe periode. Op die datum trad n.l. in werking het Politiehandvest. Dit laatste was vastgesteld bij Landsverordening van 17 april 1971 (G.B. 1971, no. 70). De naam van het korps werd veranderd van Korps Gewapende Politie in Korps Politie Suriname, onder gezag van een korpschef, die zou worden benoemd en ontslagen door de Gouverneur/President. Onder leiding van de minister van Justitie en Politie werd hij belast met de organisatie en het beheer van de politie. Er kwam een nieuwe rangindeling van

- officieren: de hoofdcommissaris, de commissaris, de hoofdinspecteur en de inspecteurs 1e, 2e en 3e klas. Zij dragen sterren op hun uniform, al of niet met een balk.
- onderofficieren: de onderinspecteurs, de majoors en de brigadiers.

Zij hadden knopen op hun uniform. - manschappen: de agenten 1e, 2e en 3e klas en de aspirant-agent, met V-vormige strepen op hun uniform, de hulpagenten 1e en 2e klas, met rechte strepen op hun uniform.

De taak van de algemene politie werd omschreven als:

- handhaving van de openbare orde en veiligheid, het voorkomen van inbreuken daarop en de bescherming van personen en goederen;

- de opsporing van strafbare feiten en het toezicht op de naleving van wettelijke voorschriften, waarop bij overtreding straf is gesteld.

Daarnaast werden aan de politie bijzondere taken opgedragen, t.w.

- de vreemdelingendienst

- het vervoeren en bewaken van gedetineerden

- het betekenen en uitreiken van gerechtelijke stukken in strafzaken;

- de brandbestrijding in gewesten waar geen speciale dienst hiervoor bestaat

- de handhaving van de rechtsorde bij openbare vergaderingen en bij rechtszittingen

- het verlenen van hulp en bijstand in de gevallen waarin zulks redelijkerwijs van haar kan worden verwacht.

Ook kan de bijzondere politie belast worden met de opsporing van bepaalde soorten strafbare feiten. In de distrikten is de distriktscommissaris belast met de zorg voor de handhaving van de openbare orde en rust in zijn distrikt en heeft hij als zodanig daar de leiding over de politie. Echter mag hij zich niet inlaten met kwesties van technisch politiële aard en mag hij niet ingaan tegen opdrachten van de politieleiding in Paramaribo. Bij de politie werd een aantal afdelingen in het leven geroepen, waaronder het stafbureau van de korpschef, de straatdienst, de verkeersdienst, de recherche of justitiële dienst, etc. In de loop der jaren werden naar behoefte nieuwe afdelingen ingesteld, zoals de narcotica brigade, die in 1974 begon als een kleine unit, maar in latere jaren uitgebreid werd door het toenemend gebruik en de toenemende handel in marihuana, heroïne en cocaïne; de dienst welzijnszorg; de publiciteitsdienst e.a.

In 1989 werd een aanvang gemaakt met de implementatie van een nieuwe organisatiestructuur bij de politie. Het gehele politieapparaat staat onder leiding van de minister van Justitie en Politie, onder wie ook rechtstreeks ressorteert het overleg orgaan politieambtenaren Zaken.

Territoriaal is Suriname wat betreft de politie verdeeld in gewesten, waarvan de grenzen samenvallen met de distriktsgrenzen. Elk gewest bestaat uit een of meer ressorten, waarin een of meer politieposten zijn gevestigd. In samenhang met het politiehandvest werden ook instructies en reglementen vastgesteld voor de korpschef, de ambtenaren van politie, de buitengewone agenten van politie en de ambtenaren van de brandweer. Er werd tevens een reglement Overleg politieambtenarenzaken afgekondigd.

De bond zou dan ook zijn leden aanzeggen alle door de korpsleiding gegeven opdrachten stipt op te volgen. De staking escaleerde. Er werden demonstraties gehouden die uitliepen op rellen en plunderingen. De politie kreeg opdracht de rechtsorde te herstellen en trad waar nodig hard op, soms met gebruikmaking van traangas en bullepees. Op 27 februari werd aan de politie volmacht verstrekt om "naar bevind van zaken en zonder enige consideratie op te treden". Dit hield in dat alle beperkingen die eerder door de minister waren opgelegd aan het optreden van de politie werden ingetrokken en dat zij mocht handelen conform het politiehandvest.

Op diezelfde dag werd ook tijdens een demonstratie een der leiders dodelijk getroffen en werden enkele vakbondsleiders gearresteerd, verdacht van opruiing en terreur. Het optreden van de politie was in een eerdere fase bij een bemiddelingspoging het breekpunt, omdat de regering weigerde dit optreden tot punt van bespreking te maken. Het optreden van de politie was immers gericht op handhaving van de openbare orde en ter bescherming van de samenleving tegen 'terreur en vandalisme".

Al gauw na het in werking treden van het politiehandvest werd de politie geconfronteerd met ernstige onlusten, als gevolg van de grote ambtenarenstaking van 1973. Het begon met een staking van de douaneambtenaren. De rechter gelastte de douaniers de onderbroken werkzaamheden te hervatten. De stakende ambtenaren besloten dit vonnis naast zich neer te leggen en werden daarbij gesteund door enkele vakorganisaties. De Surinaamse Politie Bond distantieerde zich echter van de afwijzing van het vonnis en achtte zich verplicht toe te zien op de naleving van de rechterlijke uitspraak.

In 1980 raakte de politie opnieuw verwikkeld in ernstige problemen als gevolg van het conflict bij de Surinaamse Krijgs Macht (S.K.M.) en de daarop gevolgde coup. Oorzaak van dit conflict was o.m. het verschil van inzicht tussen regering en legerleiding enerzijds en de Bond van Militair Kader anderzijds, over het bestaan van een vakbond in het leger. Nadat de militairen door hun superieuren de kazerne waren uitgewezen, werd de politie opgedragen assistentie te verlenen aan de Militaire Politie, indien dat nodig zou zijn.



Politieagent Sultan, een van de slachtoffers van de militaire coup 1980


Op het moment dat de militairen zich hadden teruggetrokken in het George Streepey stadion werd het de directe taak van de politie als rechtshandhaver om de orde te handhaven. Ook bij de voorgeleiding van enkele gearresteerde leiders van "Bomika" (Bond Militair Kader) was de politie mede belast met de handhaving van de openbare orde. De gebeurtenissen die daarop volgden hebben grote invloed gehad op de gemeenschap en op het gehele politieapparaat en zijn functioneren.

Op 25 februari 1980 werd door een militaire staatsgreep de regering ten val gebracht. Reeds kort na het begin van de actie werd een patrouillerende politieauto beschoten, waarbij een politieagent dodelijk werd getroffen. Omstreeks negen uur in de ochtend werd het politiebureau beschoten en de agenten die het brandende gebouw verlieten werden gedwongen op hun buik te gaan liggen. De ontwapende agenten werden naar het kamp gebracht, waar ze onder krijgstucht werden gesteld en naar huis gezonden. Enkele politieofficieren bleven aangehouden. In de dagen daarna hervatten de agenten geleidelijk aan hun werkzaamheden en op 29 februari werd er een driehoofdige leiding ingesteld, onder gezag van de Nationale Militaire Raad.

De driehoofdige leiding bestond uit de politieofficieren A. Plukker ( hoofdinspecteur van politie), L. Koole ( commissaris van politie) en A. Iftekaralikhan (hoofdinspecteur van politie). Steeds meer werden agenten weer ingezet, echter aanvankelijk ongewapend en onder toezicht van of samen met militairen.

De driehoofdige leiding werd in juli 1980 vervangen door een éénhoofdige, met de benoeming van L.N.H. Vrij tot Korpschef. Hij zou deze functie vervullen tot eind 1984, om per 1 januari 1985 te worden opgevolgd door P. Monsels.

Kort na de staatsgreep werd aan de Militaire politie tijdelijk algemene opsporingsbevoegdheid toegekend, later verlengd tot 1985. Bij dekreet van 16 februari 1985 werd in verband met de criminaliteitsbestrijding de tijdelijke bevoegdheid omgezet in een permanente.

Bij Wet van 4 mei 1990, Staats Blad 1990, no. 23, werd dit dekreet ingetrokken en daarmee ook de algemene opsporingsbevoegdheid aan de Militaire politie ontnomen.




suriname . NU  naar boven



Ontwerp © Webteam Suriname - Afdeling Suriname - Zwartenhovenbrugstraat - Paramaribo -
Last update: