suriname Naar Voorpagina

  


   
ONDERDELEN
20 ste EEUW
 suriname  Inleiding
 suriname  Eerste jaren
 suriname  Voorzieningen
 suriname  Bevolking
 suriname  Verkeer  1
 suriname  Verkeer  2
 suriname  Verkeer  3
 suriname  Politiek  1
 suriname  Politiek  2
 suriname  Politiek  3
 suriname  Politiek  4
 suriname  Onderwijs
 suriname  Medische zorg  1
 suriname  Medische zorg  2
 suriname  Economie  1
 suriname  Economie  2
 suriname  Cultuur en sport

ONDERWERPEN
Geschiedenis
 suriname  Immigratie Algemeen
 suriname  Javaanse immigratie
 suriname  Donko's tot Guides
 suriname  Brieven v. Wetten
 suriname  Suriname bevolkt
 suriname  Slavernij
 suriname  De 20 ste eeuw
 suriname  Indianen (oorspr.)
 suriname  Paramaribo
 suriname  Albina
 suriname  Mariënburg
 suriname  Oude kaarten
 suriname  Archieven-wijzer
 suriname  Post en postzegels
 suriname  Batavia
 suriname  Goslar
 suriname  Goud-zaken
 suriname  Geld-zaken
 suriname  Het Park
 suriname  Korps Politie
 suriname  Treinen
 suriname  Forten
 suriname  Westgrens
 suriname  Samenvattingen
     ( Engels )


AFDELINGEN
  suriname Algemeen
 suriname De Douane
  suriname Telefoonboek
  suriname Bevolking
  suriname Distrikten
  suriname Reis info
  suriname Cultureel erfgoed
  suriname Geschiedenis
  suriname Foto's
  suriname Natuur
  suriname Personen
  suriname Koken / recepten
  suriname Vragen over NIBA
  suriname Wat is ANDA

     
 SURINAME  surinameAFDELINGEN - suriname Geschiedenis - - 20 ste EEUW

 suriname . NU terug
 

SURINAME IN DE 20 ste EEUW    


  VERKEER.

VERKEER.

Toen de 20e eeuw begon reden er nog geen auto's in Suriname.

Bijna alle verkeer vond plaats over water met korjalen, met tentboten, met ponten, met stoombarkassen en met motorboten. Wie van een plantage of een dorp in een van de districten wilde reizen naar Paramaribo of naar een ander district, moest gebruik maken van een van de boten die de dienst op een bepaalde rivier onderhielden. Zo waren er vaste rivierdiensten op de Surinamerivier tot Berg en Dal, op de Saramaccarivier tot Carl Francois, op de Commewijnerivier tot Potribo, op de Cottica tot Ephrata.

De verbindingen met de overzeese districten werden onderhouden door de Koloniale Vaartuigen, die regelmatige diensten onderhielden met Nickerie (soms doorvarend naar Georgetown) en Albina (soms doorvarend naar Cayenne).

Toch was er al een begin van wegenaanleg. In Coronie waar de plantages anders dan in al de andere districten niet aan een rivier, maar aan de zeekust waren aangelegd, lagen al de plantages aan een lange en brede schelpenrits, die a.h.w. en natuurlijke verbinding vormde tussen de plantages en het verkeer vond daar dan ook over land plaats, met ossekarren.

In Commewijne was er in 1891 ook een weg opengesteld, die de plantages aan de linkeroever van de Commewijnerivier van Spieringshoek tot Voorburg met elkaar verbond. De weg liep over de polderdammen van de plantages en het verkeer over die weg vond plaats met karren, of te paard, of te voet.

Interessant is hierbij te vermelden dat de weg 'onderhouden moest worden door de plantages waar de weg door en over liep.

Van Paramaribo uit waren er ook al enkele uitvalswegen in de richting van Leonsberg, in de richting van het Pad van Wanica en in de richting van Uitvlugt, waar de Boeren zich hadden gevestigd..

In de overige districten waren er geen wegen. Die waren daar immers niet nodig.

De verbindingen met het buitenland werden honderd jaar geleden onderhouden door de KWIM, die met stoomschepen een regelmatige dienst onderhield tussen Paramaribo en Amsterdam en tussen Paramaribo en New York

Voor Wie naar Europa wilde gaan bestond ook de mogelijkheid om naar Georgetown te reizen met een der schepen van de Koloniale Vaartuigen en daar over te stappen op een der Engelse boten die de dienst onderhielden met Londen, of hij kon met de boten van de Compagnie Generale Transatlantique, via Cayenne en Martinique reizen naar Frankrijk.

Vliegtuigen bestonden er bij de eeuwwisseling nog niet, evenmin als commerciële luchtschepen.

In de afgelopen honderd jaar is er echter ook op het gebied van het verkeer heel veel veranderd.

De overzeese districten kregen een snellere verbinding met Paramaribo door het inzetten van snellere vaartuigen, zoals de Perica die in 1950 werd ingezet op de dienst naar Nickerie. De binnendoordiensten bleven gehandhaafd, terwijl voor vrachtvervoer speciale vrachtschepen de diensten op Nickerie onderhielden..

Toen in de jaren '60 de Oost-West-landverbinding tot stand kwam, verloor de zeedienst een groot deel van haar betekenis en momenteel zijn er geen geregelde zeediensten meer die Paramaribo verbinden met Nickerie.

En wat van Nickerie gezegd is, geldt m.n. ook voor het oosten van het land, met name. voor Albina.

In het district Marowijne was Albina een belangrijke doorgangspost voor de goudzoekers die naar de Tapanahoni of de Lawa wilden gaan. Bij het begin van de eeuw was de enige mogelijkheid om Albina te bereiken de boot van de Koloniale Vaartuigen, die eens in de twee weken naar Albina voer. In Marowijne werd omstreeks 1920 het plaatsje Moengo aangelegd voor de winning van bauxiet.

Regelmatig voeren vanaf 1922 zeeschepen naar en van Moengo om bauxiet op te halen en te vervoeren naar het buitenland.

Maar ook Paramaribo kreeg een goede verbinding met het nieuwe dorp. Eerst werd de verbinding onderhouden door barkassen van de Landsvaartuigendienst of van de SBM, en vanaf 1936, na overname van de Landsvaartuigendienst door het Gemengd Bedrijf Vaartuigendienst Suriname, door de speciaal voor die dienst gebouwde motor barkas. Paramaribo, die vele ouderen zich ongetwijfeld nog zullen herinneren als de boot van de avondexcursies op de rivier.

Toen in 1929 de landverbinding tussen Moengo en Albina werd opengesteld werd het ook voor de Albinezen gemakkelijker om Paramaribo te bereiken. Eerst met de auto naar Moengo en dan met de Moengoboot verder.

De Eenheidsfrontregering maakte een begin met de uitvoering van de Oost Westverbinding en reeds in 1963 was het mogelijk om met de auto van Paramaribo te rijden naar Moengo en Albina. De weg tussen Moengo en Albina, via Moengotapoe, was weliswaar nog niet geasfalteerd, maar een rit door het boslandschap en over de heuvels was ook de moeite waard. Later werd ook dat weggedeelte geasfalteerd,maar in de burgeroorlog van de jaren '80 zijn vele bruggen en grote delen van het wegdek ernstig beschadigd en nog niet hersteld.

Ook de rivierdiensten op de Commewijne-, de Suriname- en de Saramaccarivier kregen de beschikking over moderner materieel, waardoor de diensten vlotter konden worden onderhouden.

Maar.. . door de aanleg van wegen en de toename van het autoverkeer hebben in de loop der jaren de rivierdiensten alle aantrekkelijkheid verloren. De Saramaccadienst, de Surinamedienst en de Cotticadienst werden opgeheven. Alleen op de Commewijne wordt soms nog gevaren tot Bakki en eens per week wordt de dienst onderhouden naar de Boven-Coppename, de Wayambo en de Arawarra.

Enkele jaren gebieden nog werden vele veerdiensten onderhouden door de SMS te weten de diensten bij Coppenamepunt tussen Saramacca en Coronie, het z.g, Stoepenveer over de Saramaccarivier, de veerdienst bij Uitkijk, de veerdienst tussen Paramaribo en Meerzorg, de veerdienst tussen Leonsberg en Nw-Amsterdam, de veerdienst over de Commewijnerivier tussen Stolkertsijver en Wriedijk en de veerdienst tussen Albina en St. Laurent.

Door de bouw van bruggen en soms ook door andere oorzaken zijn bijna al deze diensten opgeheven en momenteel bestaan nog slechts de veerdienst tussen Paramaribo en Meerzorg en de dienst tussen Albina en St.Laurent.

De veerdienst tussen Southdrain in Nickerie en Guyana, die het vorig jaar werd geopend is toevertrouwd aan een speciaal tot dat doel opgerichte maatschappij.

Toen de 20 ste eeuw begon, was de enige mogelijkheid om naar Europa te reizen gebruik maken van een der zeeschepen van bijvoorbeeld de KWIM. .

De zee-verbindingen met het buitenland zijn m recente tijd echter beperkt tot vrachtvervoer. Het is al enige tijd niet meer mogelijk om een zeereis naar Europa te maken, wat tot in de jaren'60 nog een normale zaak was.

Onze nationale scheepvaartmaatschappij, de SMS, is bijna al haar schepen kwijtgeraakt. Momenteel bezit de SMS geen enkel zeeschip meer en is haar vloot beperkt tot drie veerboten en twee boten die de rivierdiensten onderhouden.

In 1892 had de fiets al haar intrede gedaan op de Surinaamse wegen en eerst langzaam, daarna in snel tempo nam het aantal fietsen in Paramaribo, maar ook in de districten toe. Dit was een vervoermiddel dat men gemakkelijk kon aanschaffen en bedienen en men was niet afhankelijk van de aanwezigheid van brede en goed bestrate wegen.

In 1950 reden er al bijna 18.000 fietsen op de Surinaamse wegen rond en bij de afsluiting van deze eeuw zijn dat er veel meer.

In 1910 deed de auto haar intrede op de Surinaamse wegen, toen bedoeld als een kermisattractie. Deze wagen was hier ingevoerd door een inwoner van het toenmalige Brits-Guyana en voor een gulden kon men een ritje maken van een kwartier. De wagen was ook te huur voor langere tijd. Maar gelet op de korte lengte van het berijdbare wegennet was men al gauw uitgereden.

Deze auto kwam uit Guyana waar er links gereden werd en de chauffeur reed hier dus ook links. De rijverordening die enkele jaren later tot stand kwam paste zich aan het inmiddels ingeburgerd gebruik aan en zo werd Suriname een land met links verkeer.

In de loop der jaren nam het aantal auto's eerst langzaam toe. In 1950 waren er maar 750 personenauto's in Suriname en een paar honderd bussen en trucks. In de tweede helft van de eeuw nam het aantal auto's echter snel toe en nu, op het eind van de eeuw, rijden er meer dan 100.000 auto's rond op de Surinaamse wegen. En de auto's van nu zijn, vergeleken met die van vijftig jaar geleden, echt luxe-vervoersmiddelen geworden.

Naarmate het verkeer toenam breidde ook het wegennet zich langzaam uit.

In Commewijne werd de weg van Spieringshoek naar Voorburg verlengd tot Meerzorg en in latere jaren werd de weg doorgetrokken naar Peperpot.

De particuliere veerboot die aanvankelijk de veerdienst onderhield met het district Commewijne werd in 1931 vervangen door een veerdienst van de Landsvaartuigen (later geheten Gemengd Bedrijf, nog later de SMS), die de dienst onderhield tussen Paramaribo en Meerzorg. Dat gebeurde lange tijd met de veerboot Maratakka, die vier maal per dag de oversteek maakte en elke keer drie auto's kon overzetten. Voor het verkeer toen was dat genoeg,maar toen ook het verkeer met Commewijne toenam moest ook de capaciteit van het veer worden opgevoerd.

In 1954 werd de kleine Maratakka vervangen door de grotere en snellere Ansoe en in latere jaren kwamen de Matapica en de Maratakka II in de vaart , die veel meer auto's kunnen overzetten. Vooral door de landverbinding met Moengo en Albina die in de jaren '60 tot stand kwam nam het verkeer naar en van Commewijne sterk toe en de veerboten moeten nu vrijwel continu varen om de stroom van auto's te kunnen overzetten.

Nog net voor de afsluiting van deze eeuw werd een begin gemaakt met de bouw van een brug over de Surinamerivier, die het Oosten van het land dichter bij Paramaribo en de rest van Suriname moet brengen en die het gemakkelijker zal maken voor de bewoners van de oostelijke districten om naar Paramaribo te komen en omgekeerd.

Het aantal auto's in Suriname nam vooral in de jaren na de Tweede Wereldoorlog sterk toe. En... het zijn niet meer de betrekkelijk primitieve auto's van vroeger, die gekrankt moesten worden om te starten, omdat er nog geen starter was. Of de wagens met uitslaande richtingwijzers,omdat men nog geen knipperlichten kende.





suriname . NU  naar boven



Ontwerp © Webteam Suriname - Afdeling Suriname - Zwartenhovenbrugstraat - Paramaribo -
Last update: