|
ONDERDELEN Afro-Surinamers |
| |
| SURINAME AFDELINGEN - Bevolking - - Indianen
terug
Bevolking Suriname.
De Indianen. ( Inheemsen )
SAMENLEVING EN CULTUUR.
Samenleving en cultuur van de Indianen van Suriname
worden gerekend tot het zgn. tropisch-oerwoudcomplex
in Zuid-Amerika. De Indianen waren alle landbouwers,
jagers, vissers en verzamelaars. Bovendien werd er enige
ruilhandel bedreven (o.a. steen voor stenen bijlen). De
landbouw die bedreven werd en wordt, staat bekend als
'shifting cultivation'. Telkenmale wordt een stuk bos
gekapt, het hout wordt verbrand; de met as bemeste
bodem wordt beplant met bittere cassave, die na 9-12
maanden oogstbaar is.
Na 2-3 jaar wordt de tuin
langzamerhand verlaten, omdat het onkruid zodanig
opdringt dat het kappen van een stuk bos
gemakkelijker is dan het wieden van een overgroeide
tuin . Behalve bittere cassave verbouwden de Indianen
vanouds ook maïs, zoete aardappel, peper, tabak e.d.
Suikerriet en banaan zijn vermoedelijk al in de 16de
eeuw ingevoerd. Van de Surinaamse Indianen missen
alleen de Akoerio de landbouw. Vermoedelijk zijn zij in
het verleden echter eveneens landbouwers geweest.
Naast de landbouw werden en worden jacht en visserij
beoefend.
De Indianen jaagden met pijl en boog.
Afhankelijk van het wild gebruikten zij pijlen met een
brede bamboepunt, pijlen met weerhaken voor klein
wild en pijlen met giftige punten (curare) voor
bepaalde apesoorten. In het algemeen werd en wordt
gejaagd in groepjes van twee à drie man. De boog werd
ook gebruikt bij visvangst. Veelpuntige pijlen
verhoogden de trefkans. Er werd echter ook gevist met
visvergif (o.a. neku) en met visvallen. De metalen haak
is vermoedelijk een zeer vroege introductie geweest (in
het algemeen waren de Indianen bij de eerste contacten
zeer gespitst op het verkrijgen van metalen
voorwerpen).
Ook het verzamelen heeft in alle groepen steeds een
belangrijke rol gespeeld: behalve vruchten en dierlijk
voedsel (zoals mieren, palmlarven, krabben, eieren van
zeeschildpadden) was het bos een onuitputtelijke bron
van materialen: hout, palmblad en lianen voor
huizenbouw, boomstammen voor botenbouw, vezels
voor touw en in bepaalde gevallen voor hangmatten,
warimbo voor vlechtwerk, enz. Van de handel tussen
Indianen is weinig bekend, omdat met het ontstaan van
koloniale centra de handel direct hierop georiënteerd
raakte. In samenhang met het fysisch milieu waren er
binnen het hierboven geschetste kader allerlei
verschillen tussen de diverse groepen. De bewoners van
de riviermondingen zijn vanouds gericht op de
visvangst.
Bij de Bovenlandse Indianen is de jacht
belangrijker, maar ook daar zijn verschillen. De Wajana
bijv. zijn landbouwers-vissers, de Trio meer
landbouwersjagers. Alle Indianen (alweer: afgezien van
de Akoerio) waren semisedentair. Weliswaar woonden
zij in dorpen, maar hun mobiliteit was groot; dorpen
werden gemakkelijk verlaten. Deze dorpen telden
vermoedelijk zelden meer dan enkele honderden
inwoners.
De structuur van de Indiaanse samenlevingen is
betrekkelijk simpel. De enige economische
arbeidsverdeling is die welke bestaat tussen man en
vrouw. Parttime-specialisten zijn het dorpshoofd en de
sjamaan (piai); beide specialismen waren overigens
vaak in één persoon belichaamd. Voordat er sprake was
van sterke beinvloeding door Europese kolonisten was
er vermoedelijk een vrij sterk ontwikkeld
oorlogsleiderschap; met de demografische terugval, het
verdwijnen van de onderlinge oorlogen en de handel is
dit leiderschap echter verdwenen. Wat overbleef was de
stichter van een dorp, wiens volgelingen tevens zijn
afstammelingen en aanverwanten waren, benevens
anderen die vertrouwen in hem stelden.
Machtsmiddelen had hij echter niet, en elke Indiaanse
leider liep voortdurend het risico door zijn volgelingen
te worden verlaten, als zij hem niet langer
aanvaardden.
Het verwantschapssysteem is bilateraal (afgezien van
de Arowakken). Meestal is er sprake van twee
informele groepen die vrouwen uitwisselen. Hierdoor
ontstaat wat in de antropologie het bilaterale cross
cousin-huwelijk genoemd wordt en dat in Zuid-Amerika
zeer veel voorkomt. Een
zeer groot deel van het leven speelt zich af in het
gezin. Hoewel het bij alle Indianen in Suriname
toegestaan was twee of meer vrouwen te hebben kwam
dit in feite weinig voor: alleen belangrijke mannen
(zoals dorpshoofden, sjamanen) hadden meer vrouwen.
In alle groepen was en is het gebruikelijk dat een man
zich vestigt in de woongroep van zijn vrouw. Op die
manier ontstaan lokale verwantschapsgroepen,
bestaande uit een wat ouder echtpaar en de gezinnen
van hun getrouwde dochters .
In de levensbeschouwing spelen geesten een belangrijke
rol. Geesten worden als veroorzakers van ziekte
beschouwd. De voornaamste rol van de piai is dan ook
die van genezer. Naast geesten zijn er verschillende,
filosofisch zeer interessante zienswijzen ten aanzien
van de werkelijkheid, vormgegeven in abstracties van
verschillend niveau .
In alle sectoren van samenleving en cultuur zijn in de
20ste eeuw de sporen van enkele eeuwen contact
bespeurbaar. De Indianen vullen hun dieet aan met gekocht
voedsel (suiker, rijst). Veel van hun
oorspronkelijke werktuigen zijn vervangen door
werktuigen van industriële herkomst. In alle groepen
speelt geld een zekere rol. Inkomsten verkrijgen de
Indianen o.a. door de verkoop van etnografica en
landbouwprodukten, vlees en vis, en door loonarbeid
van tijdelijke of permanente aard.
In de
dorpssamenleving zijn veranderingen in leiderschap
waar te nemen: de overheid benoemde kapiteins en er
werden zgn. basjas aangesteld, assistenten. De
Benedenlandse Indianen zijn voor het merendeel
katholiek, de Bovenlandse Indianen protestant (sinds
1960 werken hier Amerikaanse zendelingen). Deze en
dergelijke socioculturele veranderingen zullen
ongetwijfeld verder gaan, waardoor een Indiaanse
identiteit langzaam zal verdwijnen. Onder jonge
Indianen, m.n. in Paramaribo, is echter een sterke neiging
tot herleving van Indiaanse waarden bespeurbaar .
De grootste bedreiging voor de Indianen (zeker
voor de Indianen die in stamverband leven, en dat is de
meerderheid) is de onzekerheid ten aanzien van hun
bestaansbasis. Op enkele uitzonderingen na wordt het
land dat zij als het hunne zien als Domeinland
beschouwd. Hun rechtspositie ten aanzien van hun
grondgebied is daardoor zeer zwak.
|
naar boven
Ontwerp © Webteam Suriname - Afdeling Suriname - Zwartenhovenbrugstraat - Paramaribo - Last update:
|
|
|
| | |